De op deze wijze bekend geworden inhoud, wekte hevige
verontwaardiging op in de U. S.; vele overtuigde vredesvoorstan-
ders werden bekeerd en zoo werd de ontdekking van een (ver
moedelijk) Fransch cryptografisch bureau, één der directe aan
leidingen tot de spoedig daarop volgende Amerikaansche oorlogs
verklaring.
Ook voor het Leger, hoewel in mindere mate, legde men beslag
op de cryptografie. Reeds Julius Cesar bezigde een eenvoudig
geheimschrift bij zijn correspondentie met de legeraanvoerders in
verafgelegen streken. Karei de Groote, de Nassau's, Lodewijk XIV,
om slechts enkelen te noemen, voerden meer of minder goede
stelsels voor de briefwisseling tusschen hoogere commandanten
in hunne legers in.
Door het verval in de XlXe eeuw van de cryptografie, beschikte
Napoleon I niet over een geheimschrift, dat weerstand bood aan
ernstige pogingen tot ontsluiering en hieraan is vermoedelijk een
deel zijner tegenslagen na 1813 te wijten; Maarschalk Macdonald
vertelt in zijn „Souvenirs", dat de Russen den sleutel hadden
gevonden. Ook in de oorlogen om de Duitsche éénheid (Dene
marken, Oostenrijk, Frankrijk) werden geheimschriften slechts
~weinig gebruikt naar het schijnt.
Door de opleving van de belangstelling voor de cryptografie
na 1880, gingen zoowel Duitschers als Franschen in het bezit van
tamelijk goede stelsels voor geheime berichten-wisseling, den
wereldoorlog beginnen. Men had evenwel niet gerekend op de
groote vlucht, welke de radio-dienst zou nemen. Daardoor
geraakten bijna alle, op deze wijze verzonden telegrammen, in
handen des vijands en kreeg die dus de beschikking over een uit
gebreid studiemateriaal. Waar bovendien de bestudeering der ge
heimschriften van vroeger jaren nieuwe procedees voor de ontsluie
ring aan de hand had gedaan, werden van weerszijden al spoedig
de geheimen onthuld.
In de Revue Militaire frangaise van 1 Juli 1921 lezen we, dat
de manoeuvre van Tannenberg mogelijk was, althans zeer veel
gemakkelijker werd, doordat de Duitsche staf het Russische ge
heimschrift kende. Daar de Russische legers uitsluitend door de
radio onderling in verbinding stonden, bleef Ludendorff steeds op
de hoogte van de bewegingen en voornemens van den vijand en
kon, bij het opmaken zijner bevelen dus rekening houden met die
der Russische generaals.
L'Intransigeant van 5 September 1920, bevat een artikel over
den slag bij de Marne, waarin enkele Duitsche cijfertelegrammen,
met de beteekenis ervan, zijn opgenomen. Hoewel men uit het
artikel zou opmaken dat zulks wél het geval was, kenden de
Franschen bij het begin van den veldslag het Duitsche geheimschrift
nog niet; pas later werd de sleutel gevonden en waren dus de
Franschen in dezelfde gunstige omstandigheden, als Ludendorff
14