mag niet zijn gelegen op een der vijand in het
oog loopende plaats en moet goed gemaskeerd
worden.
De sectiecommandant moet met zijn ordonnansen
zich aldaar of in de onmiddellijke nabijheid kunnen
ophouden tijdens het voorbereidend artillerievuur van
den vijand, waartoe zoo noodig de opstellingsplaats
moet worden versterkt.
34/2/
171/2/
207/1/
206/3/
39/1//2/
194/1/
207/1/
39/3/
Verdere handelingen van den sec
tiecommandant.
Vele der getroffen regelingen dragen een voor-
loopig karakterhet resultaat van nadere verken
ningen door hemzelf en de brigadecommandanten
verricht, een nader overleg met den commandant
van de nevensecties en van gebeurlijke aanwezige
mitrailleurs en het door de brigadecommandanten
te plegen overleg kunnen er toe leiden dat veran
deringen in opstelling en vuurstrooken worden
aangebracht; zulks zal gewoonlijk geschieden wan
neer de sectiecommandant zijn (eerste) ronde maakt
ter controleering van de werkzaamheden der briga
decommandanten. Bij deze gelegenheid verzamelt
de sectiecommandant tevens de gegevens voor het
samenstellen van de vuurschets of calque (opstelling
der brigades, vuurstrooken der geweermitrailleurs).
Bij zijn ronde zal de sectiecommandant er vooral
op letten dat vooral gezichtsdekking, ook tegen
vliegtuigen wordt verkregen en dat het uiterlijk
aanzien van het terrein zoo min mogelijk verandering
ondergaat. Het vrijmaken van het schootsveld voor
een geweermitrailleur of geweer mag niet het karakter
krijgen van een opruiming, welke den vijand aanwij
zingen zou kunnen geven aangaande het schootsveld.
Hetaanwenden van gekapt frisch groen (bamboe-
takken, struiken, pisangbladen e. d.) voor gezichts
dekking of maskeering mag niet voorkomende
tropische natuur doet de bladeren verleppen en de
frissche groene kleur zoodanig veranderen dat de
daarmede gemaskeerde opstellingen weldra uit het
voorterrein als even zoovele markante punten van
de opstelling zijn te onderscheiden (de ervaring bij
A. V. O. oefeningen). Ook moet er aan gedacht wor
den geen onnatuurlijke gevechtsdekking of maskeering
aan te wenden, dus b. v. geen verdorde takken op
open met stroo bedekte sawahs.
Alle regelmaat (vooral bij dekkingen) moet worden
17