Het is echter zeer goed mogelijk, dat door gevechten de sterk teverhoudingen zoodanig worden gewijzigd dat in lateie gevechten de eigen divisie wat getalsterkte betreft zwakker is geworden dan de vijandelijke. Zoo kan het moreel van den eigen weermacht bij den aanvang met zekerheid hooger worden aangeslagen dan dat van den vijand, doch hierin kan het verloop van den oorlog ook wijziging brengen. Staat de aanvoering op veel hooger peil, dan is het niet waar schijnlijk, dat gedurende den oorlog verandering in ongunstigen zin zal intreden; vervanging, verliezen sluiten de mogelijkheid echter geenszins uit. Wapenwerking, tucht, uitrusting, verpleging, oefening en trai ning zijn alle factoren, die een schat van gegevens verschaffen, doch aan verandering onderhevig kunnen zijn. Uit het voorgaande zien we dus, wat al gegevens door een bevelhebber kunnen worden verkregen, alvorens hij de hem ver strekte opdracht gaat uitvoeren. Ik heb bij dit alles wat langer stil gestaan, omdat zooals tevoren al opgemerkt, de beteekenis en waarde van de verschillende fac toren in vredestijd niet uitkomen, omdat er bij de oefeningen geen rekening mee wordt gehouden en veelal ook geen rekening mee kan worden gehouden. En toch zijn zij voor de werkelijkheid van zooveel belang. A. Zeer zeker is het gebied der mogelijkheden groot, maar ik mis daarbij te veel het positieve element. De sterkte van den vijand kan min of meer bekend zijn, maar is bovendien veranderlijk; wat bij het begin van den oorlog als gunstig kan worden aangemerkt, blijkt later in ongunstigen zin te zijn gewijzigd etc., etc.! Het geeft geen houvast. I. Ik hoop nu juist door mijn verder betoog U te doen zien hoe de bevelhebber zich van die algemeene onzekerheden moet trachten los te maken en door een juiste waardeering op het oogen- blik dat hij de gegevens noodig heeft, tot iets positiefs moet komen. We raken nu een hoofdbeginsel. Tot nu toe ging het voor ons om algemeene beschouwingen, doch thans komen we tot concrete feiten. Wij stellen ons n. 1. in de plaats van den bevelhebber, die een opdracht moet uitvoeren. Veel wat bij de algemeene beschou wingen vaag was, wordt nu besliste zekerheid. Op het moment dat de bevelhebber zijn opdracht moet uitvoeren bestaat er een zekere krachtsverhouding van zijn leger tot dat van den tegenstander, welke berust op de nummerieke sterkte, be wapening, moreel, aanvoering etc. van dat oogenblik. 24 Hieronder ook te rekenen de wijze van opstelling van de troepenmacht zoowel ten opzichte van andere afdeelingen van het eigen leger als ten op zichte van den vijand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 24