Hieronder volgt een uit de schets af te lezen totaal-opgave
van de voor een dergelijke schuilnis benoodigde materialen, die
voor meermalig gebruik bij oefeningen zeker geschikt zijn
15 bamboes, dik 10 cm, lang 5 m
7 1.85 m
7 1.40 m
7 sjorringpennen
4 piketten
70 m talidoeg.
Bij de uitvoering dienen vooral maatregelen te worden getroffen
om een behoorlijke afwatering van de loopgraaf te verzekeren
teneinde te voorkomen, dat de schuilnis bij regen onderloopt.
Desondanks binnengeregend water moet door een gootje langs
den toegang tot de schuilnis dadelijk kunnen afvloeien.
Fig. 2 geeft een dwarsdoorsnede van een eenvoudige gevechts
loopgraaf voor inlanders, waarvan de voorwand met liggende
bamboes is bekleed. Hierbij doen zich de volgende bijzonder
heden voor
le. De bekleeding bestaat uit afzonderlijke,
tegen elkaar aansluitende korte stukken, sa
mengesteld uit bamboes van niet meer dan
1.50 m lengte. De bedoeling hiervan is het opruimen van
eventueel stuk geschoten gedeelten der bekleeding, die de loop
graaf zouden versperren, te vergemakkelijken. Het transport en
de behandeling van het bekleedingsmateriaal wordt hierdoor
tevens vereenvoudigd. Bovendien localiseert men op deze wijze
zooveel mogelijk de uitwerking van voltreffers.
2o. In afwijking van den regel de verankering op 2/3 van de
hoogte der bekleeding aan te brengen, zijn de ankerdraden
hier boven aan de bekleedingspalen bevestigd
en zijn ze, op het maaiveld liggende, vastgezet
aan piketten, op minstens 75 cM. achter het na
tuurlijk talud ingeslagen. Deze, in het Engelsche leger
gebruikelijke wijze van verankeren, die bij stevige bekleedings
palen en niet te groote hoogte der bekleeding zeker is aan te
bevelen, heeft het voordeel, dat het graven van sleuven voor
het opnemen van de ankerdraden niet noodig is, hetgeen arbeids
besparing beteekent.
3o. In plaats van de ankerdraden aan eenan-
kerbalk vast te leggen zijn deze hier ieder af-
zonderiijk aan een piket bevestigd. Het aan een
ankerbalk klevende nadeel, dat met het opblazen van dezen balk
door de explosie van een ingedrongen granaat de bekleeding in
eens over hare volle lengte haar steun verliest, wordt hierdoor
26