A. Daarom schijnt het mij zeer gevaarlijk toe al in het begin door een wellicht onjuiste aanname van een foutieve basis uit te gaan. Wat X. als zeker aanneemt is voor Y nog een vraagpunt. Ik weet niet wie meer kans heeft bij het ontwerpen van zijn gevechtsplan nadeelen te ondervinden van den grondslag, welke wordt aangenomen. I. X. veronderstelt den vijand numeriek sterker. Hij beslist daar bijv: toe uit de vredesindeeling van de divisie (eigen zoowel als van den vijand) en wat hem door studie betreffende het op oorlogsterkte brengen van de legers etc. is bekend. Hij taxeert eigen bewapening hooger (wellicht is vijand met een beter geweer bewapend, doch heeft een slechtere artillerie bewapening, er kunnen zich nog vele gevallen voordoen; maar hij durft de verhouding te waardeeren en schat eigen bewapening hooger). Ten slotte voelt hij het overwicht in de betere aanvoering. Zelfvertrouwen, dat spreekt. Er kunnen zeer zeker fouten in de taxatie zijn, doch voor zichzelf heeft hij de balans durven opmaken. Y. komt niet tot een conclusie en hij blijft tasten in de duisternis van eigen beslui teloosheid (A. T. V. p. 6). Zelfs vermag hij zijn eigen aanvoering niet hooger te stellen, ofschoon ook hem bekend is dat de aan voering in eigen leger superieur is aan die van den vijand. Hij waagt ook in dit opzicht geen oordeel uit te spreken: „omdat je toch maar niet weet, wie je tegenover je hebt"! A. Ik voel wel de meerdere kracht die van X. uitgaat, doch hij aanvaardt daarmede ook een risico. Y. neemt nog geen beslissing en wacht de nadere gegevens af. Er valt voor beide handelwijzen wat te zeggen. I. Ge vergeet hierbij, dat de opdracht een beslissing vergt. De bevelhebber moet overleggen op welke wijze hij zijn op dracht zal uitvoeren. Van uitstel is geen sprake. X. komt tot het aannemen van een grondslag (goed of fout) waarop hij verder kan werken; Y. daarentegen blijft in het onzekere verkeeren", maar moet toch ook voorwaarts, d. w. z. tot de uit voering van de opdracht komen. A. Een verkeerde grondslag, waarvan wordt uitgegaan, zal tot foutieve maatregelen leiden. 1. Zeker; en daarom heb ik ook vooropgesteld den vijand niet te onderschatten. Hoe juister grondslag, des te meer kans voor een richtig ontwerpen van het gevechtsplan en dus minder kans op wijziging. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 27