gebracht, ook voor onze omstandigheden maatgevend zijn, ja zelfs, dat bij deze bezwaren nog andere kunnen worden gevoegd, welke speciaal voor ons leger gelden, welk leger naast de nor male legertaak„verdediging tegen vreemd geweld" nog eene andere, primaire, taak heeft te vervullen, nml. „de handhaving van orde en rust". Nu mij kortelings ter oore kwam, dat ook bij ons reeds enkele stemmen zij het dan ook niet in dit periodiek opgingen, die eene andere organisatie bepleitten, wil het mij wel gewenscht voorkomen thans in dit periodiek dit vraagstuk in beschouwing te nemen, in de hoop daardoor de collega's, die wel practische ervaring opdeden, te verleiden hunne stem uit de practijk te doen hooren. Tevens zij hier medegedeeld, dat ik vernam, dat aan officieele zijde overwogen wordt om te geraken tot eene organisatie, waarbij de sectie zou bestaan uit twee karabijn(ge- weer)brigades en een karabijn(mitrailleur)brigade a 3 K.M. groepen, eene organisatie waarbij o. i. tegemoet gekomen wordt aan de tegen de gemengde brigade bestaande bezwaren. Het doel van dit opstel is dus om na te gaan welke nadeelen er aan de gemengde brigade verbonden zijn en tevens aan te geven hoe deze nadeelen bij eene andere organisatie van de sectie kunnen worden ondervangen. Aangezien deze nadeelen voorna melijk tot uiting komen in het aanvallend gevecht, zij het ons vergund, tot goed begrip van het navolgende, hier eerst eene korte uiteenzetting te geven, hoe wij ons op grond van onze studie enkele karakteristieke hoofdzaken van den modernen infanterie- aanval voorstellen. De eigenlijke infanterie-aanval neemt feitelijk pas een aanvang op het oogenblik. dat de eigen artillerie haar vuur meer naar voren heeft moeten verleggen, ten einde de infanterie niet aan verliezen door eigen vuur bloot te stellen. Van af dit moment begint voor de infanterie het moeilijkste deel van hare taak. Vóór dien tijd kon de infanterie in de daarvoor meest geëigende formatie zonder zelf te vuren naderen (c.q. gedurende de duisternis), gesteund door het artillerie- en mitrailleurvuur. Het ideaal toch is, dat vóór dit tijdstip de infanterie de K. en K M. groepen nog niet of slechts spaarzaam behoeft deel te nemen aan het vuurgevecht, omdat door het eigen artillerie- en mitrailleurvuur aan de vijandelijke mitrailleurs, lichte mitrailleurs en c. q. geweren het zwijgen wordt opgelegd. Bovendien zal de vijand, zoolang hij nog onder artillerievuur staat, weinig of geen loonende doelen bieden voor onze lichte automatische wapens, aangezien hij, vertrouwende op de hevige uitwerking van zijne automatische vuurwapenen, het vuur van deze wapens zal opsparen voor de kortste afstanden en die wapens dus aan eene vernietiging door 2 In dit opstel zal verder het woord karabijn (geweer) worden aangege ven met K. en het woord karabijn-mitrailleur met K.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 2