men Vrn. niet, doch kiest men de maximum snelheid der artil
lerie juist daaraan gelijk, dan zal bij geringe verslechtering
van den wegtoestand of slijtage van het artillerie materieel de
invloed van het transportsysteem kanon tractie zich spoedig op
fnuikende wijze doen gevoelen. Blijft men ruim beneden Vm.,
dan is men veiliger en zal dus o. m. een tijdelijk minder goed
wegdek geringer invloed hebben op het materieel. (Men stelle zich
het onderhoud der wegen in tijd van oorlog met de uiterst beschei
den organisatie der Genie niet eenvoudig voor). Welke keuze men
ook uit de laatste twee snelheden doet, men zal er steeds op
bedacht moeten zijn, dat behalve door andere eischen als soepel
heid in verschillende terreinsoorten zoowel de constructie als de
economische snelheid van het voorttrekkend mechanisme door de
gekozen maximum toe te laten snelheid in belangrijke mate wordt
bepaald. Eene grootere snelheid dan Vm moet dus voor het
voorttrekkend mechanisme niet alleen oneconomisch zijn, maar is
zelfs geheel overbodig.
Ten slotte zal men bij een snelheidskeuze boven Vm onher
roepelijk (althans in Ned.-Indië) in een gecombineerd systeem
vervallen n.m.l. (tractie kanon) op auto's, voor snelheden boven
Vm, en afladen dus tractie kanon op den weg en in het terrein
voor snelheden beneden Vm. De eenheidsconstructie „artillerie
tank", bruikbaar voor snelheden zoowel grooter als kleiner dan
Vm, is behalve door hare zeer oneconomische eigenschappen,
door gewicht en vooral door het Indische terrein waarschijnlijk
voor het Indische leger van geen belang.
De legerleiding dient dus vooraf de graad van mobielheid der
artillerie in verband met toekomstige beweeglijkheid der andere
legeronderdeelen (mogelijke opname van lichte troepen in onze
organisatie), strategisch optreden, enz., vast te stellen. Eerst dan
kunnen aan de hand der gekozen snelheid, systeem en aan het
mechanisme te stellen eischen worden aangegeven.
Naschrift.
Men houde bij deze zaak de Indische omstandigheden vooral
duidelijk voor oogen. Bij de ontwikkeling der motortractie in het
Indische leger stond snelheid langs den weg niet in de eerste
plaats en zeker niet uitsluitend op den voorgrond. Veeleer deed
zich de behoefte gevoelen aan een practische voorziening voor
het steeds moeilijker wordende remonteeringsvraagstuk. Deze
overweging doet zich ook nu nog in de eerste plaats gelden, al
zal men uiteraard tevens gaarne ten volle profiteeren van de mo
gelijkheden der hedendaagsche mechanische tractie.
Uiteraard wordt het tractievraagstuk primair beheerscht door
de eischen der tactiek en zal de techniek zich daaraan zoo goed
mogelijk behooren aan te passen. Voor onze omstandigheden
eischt de tactiek in hoofdzaak, dat de artillerie tijdig gebracht
48