kan worden daar, waar zij hare functie in het gevecht van de divisie of van de divisiegroep naar behooren kan verrichten. Voor de daarvoor vereischte beweeglijkheid in het Indische terrein is de formuleering van een bepaalden snelheidseisch geen primaire voorwaarde. Iets anders wordt het wanneer het gaat om artillerie toebe deeling aan organisaties van z. g. lichte troepen, wier tactisch gebruik zoo nauw verwant is aan het begrip snelheid. Dan komt voor het vraagstuk der mechanische tractie de factor snelheid veel scherper naar voren. Het wil ons voorkomen, dat de beschou wingen van den heer W. voornamelijk op laatstbedoeld gebruik zijn ingesteld. Inmiddels bezit het Indische leger dergelijke organisaties van lichte troepen niet en zal het deze voorloopig ook wel niet krijgen, zoodat desiderata terzake voor de oplossing van het tractievraagstuk voor de Indische artillerie van ondergeschikte beteekenis kunnen worden geacht. Redactie. 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 49