De Menadoneesche sergeant le klasse Pontoh No.
links, bovenstrooms van het gedeelte Harting ook met 5man, een
25 M hiervandaan in de bedding der aloer dalen althans zoo
dicht mogelijk bij de aloer zien te komen en deze afsluiten.
Ik zelf zou met 5 marechaussee's trachten rechts van het ge
deelte Harting in de Aloer te komen (benedenstrooms der afdakjes
dus), om vandaar op te rukken naar de hutjes, waar de djahats
zich bevonden en deze aan te vallen. Bij een eventueelen vlucht
der niet-getroffenen moesten deze wel naar de 2 andeie gedeelten
worden gedreven. t
Nauwelijks waren de drie groepen bezig om geruischloos de
hun gegeven opdracht te volvoeren, toen de groepen waren cte
Aloer gelukkig reeds op 50 M. genaderd één marechaussee
van de meest 'linksche groep uitgleed en daardoor een losliggenden
steen naar beneden stiet, die met veel geraas naar beneden kwam
rollen. Door de groepen Pontoh en Harting werd plotseling bewe-
ging onder de hutten gezien en kwamen menschen daaronder van
daal Op voorbeeld en initiatief van de commandanten dier gioe-
pen, stormden deze omlaag, zoodat de te voorschijn gekomen
Atjehers behoorlijk onder vuur konden worden genomen. Op net
rollen van den steen stormde ook mijn groep zoo vlug mogelijk
naar beneden benedenstrooms der hutten en kon deze groep
op 15 a 20 M. afstand de in de aloer stroomafwaarts, dus mijn
kant uit, vluchtende Atjehers onder vuur nemen; het meest actiet
waren weer Pinontoan en Wawaruntu, die een groot aandeel heb
ben gehad in het neerleggen der verzetslieden. Toen ik meende te
zien, dat alle kwaadwilligen waren neergeknald, gaf ik den last
aan alle groepen om in de aloer af te dalen. Nabij de 2 hnksche
groepen lagen neergelegd: één Atjeher en één vrouw; deze laats e
was bij ongeluk getroffen, aangezien zij ongeveer dezelfde klee
ding der mannen droeg. Later is deze Atjeher herkend als te zijn.
Imeiim Sabi, de hoofdaanlegger van den bivakoverval op 3 Mei
j. 1. op de patrouille Harting nabij Mengamat en de vrouw als de
vrouw van T. Karim.
Tegenover mijn groep waren neergelegd: drie mannen en één
vrouw; ook deze laatste is bij ongeluk getroffen, daar ook zij
vrijwel dezelfde kleeding droeg als de mannen. Later zijn de man
nen herkend als te zijn:
1. Tjoet Alt, de hoofdleider van het verzet in de Kloeët-streek
en Bakongan.
2 Teakoe Na%o, de hoofdaanlegger van den bivakoverval te
Teureubangan op 11 Augustus 1926 op de
patrouille Behrens.
3. Nja Asan, volgeling van T. Nago en afkomstig uit
Teureubangan.
De vrouw was die van Tjoet Ali.
55