57 8. ORGAAN N.I. O. V.— NOVEMBER-NUMMER. Kolonel Bannink geeft een schets van de manoeuvres van de Lichte Brigade in Twenthe (12-17 September 1927). Schrijver zou een dergelijk orgaan ook voor Indië wenschen. De combinatie van paard, pantserwagen, motorrijwiel en rijwiel acht hij niet alleen van waarde als strategisch orgaan in den strijd tegen vreemd geweld, maar hij acht haar ook een onmisbaar hulpmiddel in tijden van woelingen en onrust. Het lijdt voor hem geen twijfel of een Lichte Bri gade op Java zou samen met de compagnieën maréchaussée in staat zijn om op elk gewild moment krachtig een plotseling oplaaiend verzet in de kiem te smoren. We gelooven niet dat bij het bedwingen der onlusten in Bantam en Sumatra's Westkust de behoefte aan een dergelijk orgaan bepaaldelijk naar voren ge komen is. Andere nooden, waaraan door de legeruitbreiding werd tegemoet gekomen eischten in ieder geval dringender voorziening. Ook voor den strijd tegen vreemd geweld zal in verband met tal van urgenter maatregelen wel niet aan de oprichting van een Lichte Brigade gedacht kunnen worden. Uit het Octobernummer van het Orgaan van de Vereeniging Onze Vloot worden eenige artikelen, tegen de zoogenaamde fusie in extenso overgenomen. Ook de redactie geeft blijk een tegenstander te zijn van deze samenvoeging aangezien naar hare meening van een deskundig Minister van Marine beter inzicht is te verwachten in het maritieme gedeelte van de Indische defensie dan van een wellicht niet deskundigen Minister van (Nederlandsche) Defensie ei vooropgesteld dient te worden dat een Minister van Marine waar noodig het eenzijdige marinebelang zal weten te doen wijken voor het algemeene Indische defensiebelang. Wij voor ons zijn juist een tegengestelde meening toegedaan. Bij aanvaarding der fusie zal de Minister van Nederlandsche defensie, zoowel door zijn veel- omvattenden werkkring ingesteld op de verdediging van het moederland als door zijn ondeskundigheid op het gebied der Indische defensie geneigd zijn om de verantwoordelijkheid voor de laatste meer en meer aan zijn ambtge noot van koloniën over te dragen, waarmede dan een zeer te waardeeren stap zal zijn gezet in de richting der ongedeelde verantwoordelijkheid. Waar we ons reeds meerdere malen uitspraken als besliste voorstander der splitsing, ten einde daardoor te geraken tot een afdoende oplossing van de verantwoordelijkheidsvraag, zal het geen verwondering behoeven te wekken, dat we iederen vooruitgang in die richting toejuichen, zoodat de samenvoe ging van Oorlog en Marine hoewel geenszins afdoende door ons in het belang wordt geacht voor de oplossing van het Indische defensievraagstuk. Over het Risico van den vliegenier schrijft de dir. off. van Oez. Ie kl. b/d H. L. Roelfsema. Behandeld worden de chronische verschijnselen, die het ge volg kunnen zijn van een snelle vermeerdering of vermindering van den druk der dampkringslucht bij snelle stijgingen of dalingen. In het bijzonder wordt daarbij stilgestaan bij de stoornissen van de gehoororganen. B. geeft beschouwingen over het Capitidantenstelsel aan de hand van het geen over dit aloude onderwerp onlangs werd gepubliceerd in het Orgaan van de Vereeniging van Officieren van de Nederlandsche Landmacht. Ook deze schrijver komt evenals zoo vele voorgangers, die over dit stelsel schreven tot de conclusie dat aanvaarding van een capitulantenstelsel voor Indië ongewenscht is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57