58 schijnt toch niet kunnen voorkomen, dat het prestige van de Stalingroep tijdens het laatste partijcongres ernstig is geschokt. Intusschen hebben de gebeurtenissen op het gebied der binnenlandsche politiek niet nagelaten hun stempel te drukken op de buitenlandsche staatkunde van Soviet-Rusland. De theorie van de „economische commandohoogte" is in zooverre een mislukking geweest, dat afdoende is gebleken, dat Rusland zonder de hulp van het Buitenlandsche Kapitaal niet in staat is het economisch leven te doen opbloeien. Zoolang er in het binnenland geen samenwerking tot stand is gebracht tusschen boeren en arbeiders, zal Sovjet-Rusland naar buiten een kolos op leemen voeten blijven. In West-Europa is de communistische propoganda en zijn de pogingen tot het verwekken van een wereldrevolutie op een volkomen mislukking uitge- loopen. De marxisten en ook Lenin meenden dat het socialisme alleen dan verwezenlijkt kon worden als het in alle landen van de wereld liefst tegelijk werd ingevoerd. Dit gold in het bijzonder voor de meest geïndustrialiseerde landen, waar een groot arbeidersproletariaat leefde. Wel was Rusland geen industriestaat, maar Lenin was van oordeel, dat in Rusland het communisme het meeste kans van slagen had, omdat daar in breede volkslagen een groote ontevredenheid heerschte over bestaande economische verhoudingen. Hij wilde van Rusland een bolwerk maken, dat tot uitgangspunt zou dienen voor de voorbereiding en doorvoering der wereldrevolutie. Bovendien zou het socialistische stelsel zich volgens Lenin alleen dan in Rusland kunnen hand haven, indien in de eerste plaats de West-Europeesche landen tot het communis me konden worden bekeerd en in Rusland zelve het arbeidersproletariaat in staat zou blijken op den duur met de boeren samen te kunnen werken. Die samen werking is tot nog toe niet tot stand gebracht en de Westersche landen drijven steeds meer van het communisme af. Volgens Lenin's eigen inzichten is dus het communisme in Europa op een mislukking uitgeloopen. Daardoor is Azië het hoofdoperatieobject van Moscou geworden en dat zal het ook blijven zoolang het Sovjetbewind aan de Regeering is. Dat aan dat bewind binnen afzienbaren tijd een einde zal komen moet voorloopig niet waarschijnlijk worden geacht. Daarvoor zijn de communistische machtsorganen te goed georganiseerd. De Nederlandsche koloniale politiek zal met dit feit ernstig rekening hebben te houden en daartegen haar maatregelen hebben te nemen. Laat ons thans de methoden, waarvan Sovjet-Rusland zich bedient om com munistische opstanden te organiseeren, van iets naderbij beschouwen. In 1924 werd de tekst gepubliceerd in het September- en Octobernummer van de „Voiennaia Mysl i Revolioutsia" van den tekst van het „Ontwerp-reglement van den burgeroorlog". Commentaren en beschouwingen op dit ontwerp werden in hetzelfde militaire tijdschrift geleverd door Dobrov, Kakouzine en Dounaiev, terwijl Tikk een critiek op het ontwerp levert in de „Voina i Revolioutsia". Voor ons militairen is het van belang met het ontwerp nader kennis te maken. Het is niet de bedoeling van dit artikel, de uitvoering van de communistische relletjes aan dit ontwerp-reglement te toetsen. Want daartoe zou beschikt moeten worden over alle gegevens ter zake, die pas door het justitieel onderzoek bekend zullen worden. Aan den lezer zij het overgelaten uit de feiten die in de dag bladen werden vermeld en die hem uit eigen ervaring bekend zijn, de conclusie te trekken, in hoeverre werkelijk de groote lijnen die in het ontwerp-reglement zijn vastgelegd, zijn gevolgd. Dobrov onderscheidt in den burgeroorlog twee phasen, en wel die van den geheimen en die van den o p e n 1 ij k e n burgeroorlog. De geheime phase van den strijd wordt door hem wederom onderverdeeld in de revolution- naire in de pré-revolutionnaire periode. Gedurende de pré-revolutionnaire periode zullen het bevelvoerend personeel, de staven, de onderaanvoerders en technici worden opgeleid. Voor het kader zullen kleine schooltjes worden opgericht, zoo mogelijk onder leiding van burgeroorlogspecialisten. In deze periode wordt de mobilisatie voorbereid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 58