66 „Le canon F. I. A. T. du calibre de 25mni 4 est une arme trés lécère a „chargement automatique, fonctionnant par court recul du canon. Le tir a lieu „coup par coup, chaque fois que le tireur exerce une pression sur la détente. „L approvisionnement en cartouches se fait au moyen de charmeurs métal- liques contenant huit coups et pouvant être rapidement échangés. „La vitesse de tir peut atteindre huit coups en deux secondes. „La bouche a feu est pourvue de tourillons au moyen desquels on la place „sur des affüts de type variable suivant l'emploi de l'arme." Aangezien dit wapen is ingericht voor het vuur „schot voor schot" wijkt het in principe af van de automatische wapens van ongeveer gelijk kaliber welke de laatste jaren werden geconstrueerd tengevolge van het zoeken naar zwaar-kaliber mitrailleurs voor het vuur op groote afstanden en voor gebruik als Infanterie-geschut. Daartegenover heeft dit wapen boven de laatst bedoelde groote voordeelen van eenvoud en lichtheid van constructie. Het gewicht bedraagt 40 K.G.; projectielgewicht 200 gram; V° 440 M. terwijl de maximum dracht 4 K.M. bedraagt. De lengte is 20 kalibers. Omtrent resultaten van gehouden beproevingen vermeldt het artikel niets. Het vuur kan geschieden op de gewone wijze als bij een geweer, waarbij het wapen op een vorkstut rust. Artilleristische Rundschau. October 1926. Een beschrijving van het 2 c.M. Oerlikon kanon trekt in dit nummer de aandacht. De V0 bedraagt bij dit wapen 650 M. bij een looplengte van 1,80 M. De vuursnelheid (automatisch) is te stellen op ruim 100 schoten per minuut. Bij een elevatie van 43° wordt een maximum dracht van 3700 M bereikt. De 3 soorten granaten (pantsergranaat; brizantgranaat en lichtspoorgranaat) hebben hetzelfde gewicht, nml. 140 gram. De doorslagkracht op pantsermaterialen, is aanzienlijk. De constructeur ontwierp twee soorten affuit en wel een radaffuit, welke is te transformeeren in een drievoet-affuit, en een speciale pivot-affuit voor luchtafweergebruik. Voor de gewichten vonden wij de volgende gegevens: Das Geschiitz ergibt dem nach folgende Teillasten: Rohr 45 kg Lafette ohne Rader 50 kg. Rader 30 kg. Fliegerpivot 35 kg. „Das Feuergewicht des Geschützes betragt also 125 kg. gegen 129,5 kg des „französischen 37 mm M. 16 Infanteriegeschiitzes ohne Schild; mit Einrechnung „des Fliegerpivots allerdings 160 kg. Die Traglasten erfordern zur Fortbringung „zweckmaszig je zwei Mann, sodasz eine Bedienung unter 7-8 Mann nicht zu „denken ist." Als tank-afweer geschut heeft dit wapen zeer waarschijnlijk groote waarde. Helaas worden geen schietuitkomsten vermeld. Bulletin Beige des Sciences Militaires. November 1926. Het chrono logisch overzicht van de verrichtingen van het Belgische leger gedurende den grooten oorlog, vervolgt de beschrijving van den terugtocht op de Yser. „Le plan des feux" is een tot in details uitgewerkte studie van het vuur plan van kleine Infanterie-eenheden. Aan de hand van de gekleurde schetskaarten is de studie van dit artikel zeer leerzaam als voorbeeld vooral voor ons leger waar aan dergelijke vuur plannen nog niet alom dié waarde wordt gehecht welke zij verdienen. De Majoor Paquot vervolgt in dit nummer zijne studie over: „1' Artillerie d' Infanterie". Schrijver dringt aan op een sterke bewapening met Infanteriegeschut en wel om de volgende redenen „1°. Diminuer les missions de l'artillerie d' appui direct qui „pourrait se „consacrer toute entière aux grosses actions oü les concentrations massives „sont de règle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 66