67
de Chineezen zonder japanschen financieelen steun Carbin te verbinden met
Kirin. Nu loopen al deze lijnen min of meer evenwijdig aan de S.M. Railway,
waardoor aan het verkeersmonopolie dat Japan in Mandschoerije bezit, dus
een einde zou worden gemaakt. Vandaar het verzet van Japansche zijde.
Het treft al bijzonder ongelukkig voor Japan dat het juist nu, terwijl
het den strijd om de economische hegemonie in N. China moet voeren, er
financieel zoo zwak voor staat. In October verscheen reeds een bericht in de
Japansche en Engelsch-Chineesche bladen, dat de heeren Lamont en Jeremiah
Smith verklaard hadden, dat de Amerikaansche bankiersgroep onder leiding van
J. P. Morgan er niet aan dacht een Japansche leening in Amerika te flotteeren, tenzij
Japan naar meer effectieve prod uctiem ethoden voor haar industrie streefde en tot een
assaineering van zijn bankstelsel overging. Midden November kwam toen het
bericht dat Japan zijn geldwezen zou herzien en daarbij het Amerikaansche
„Federal Reserve-system" zou volgen. Tegelijkertijd opende een Japansche
banksyndicaat met de Morgangroep onderhandelingen over het flotteeren van
een leening van 50 millioen Yen ten behoeve van de S.M. Railway. Chineesche
bankiers en zakenmenschen protesteerden heftig bij monde van den Chineeschen
gezant bij den Amerikaanschen minister van Buitenlandsche zaken Kellogg.
Aangezien echter deze leening althans theoretisch geen inbreuk maakte op de
„open-deur politiek" van China, kon de Amerikaansche Regeering geen termen
vinden om zich met de leeningsonderhandelingen in te laten.
Tanaka's grootere activiteit heeft intusschen een krachtige reactie verwekt
in China. Yang Yu Ting, de chef van den staf van Chang Tso lin. de sterke
man der Noordelijken, verklaarde dat de steun die Amerika verleenen zal
aan een maatschappij, die een der steunpilaren van de Japansche macht in
Mandschoerije is, een anti-Amerikaansche stemming in China teweeg zal brengen.
En ook het Zuiden protesteerde bij monde van den nationalistischen minister
van Buitenlandsche zaken Wu tegen den steun die het Amerikaansche kapitaal
stond te verleenen aan een maatschappij, die het symbool en het werktuig is
van vreemde overheersching over een groot en rijk gedeelte van het Chineesche
grondgebied. Intusschen houden Yang Yu Tings woorden direct verband met
de wrijving die sedert eenigen tijd is ontstaan tusschen Chang tso lin en Japan.
De Japanners wenschen dat in Mandschoerije gunstige voorwaarden voor de
economische ontwikkeling zullen blijven bestaan. De langdurige burgeroorlog
heeft het betaalmiddel de „feng piao" belangrijk doen dalen en daardoor de
Japansche handelaren ernstig benadeeld.
Hoog hemelen de Japanners den steun op die zij indertijd aan Chang ver
leenden bij het verraad van Kuo Sun Ling en zij betichten Chang van verregaande
ondankbaarheid. Beide partijen zijn echter niet vrij te pleiten van rassenwaan.
Bovendien eischt Japan de opening van consulaten nabij de Japansche grens,
waarin China overigens niet ten onrechte, een nieuwe poging tot economische
expansie van de zijde van Japan ziet. Zoo valt er een groeiende wrijving te
constateeren tusschen de Noordelijken en Japan, die op merkwaardige wijze
gepaard gaat met de pro-Japansche verklaringen van Chiang Kai Shek. In
tusschen zal het in Mandschoerije niet zoo'n vaart loopen met die wrijving,
want voor Chang tso lin is het onmogelijk met een bedreiging in den rug
tegen het Zuiden door te vechten. En Japan wenscht vrede, vrede en nog
eens vrede tegen eiken prijs in Mandschoerije, omdat zonder een effectieve
exploitatie van de hulpbronnen van Mandschoerije een herstel van den
economischen toestand in Japan niet mogelijk is.
De strijd tusschen Noord- en Zuid-China.
Sedert wij het laatste over den toestand in China schreven hebben groote
veranderingen plaats gehad.
De modelgouverneur yan Shansi, Yen Hsi Shan heeft zich eindelijk in het
strijdgewoel gemengd, zich bij Feng Yu Shiang de Christengeneraal aange
sloten, en den strijd aanvaard met de gecombineerde Fengtien en Chihlih-
partij. Feng had hem zijn steun toegezegd op het front langs de Peking-
Hankou lijn. Maar aangezien Feng vrijwel al zijn bondgenooten verraden