69
Zoo zwaar schijnen de gevechten te zijn geweest om het spoorweg
kruispunt Hsuchow, dat door Fengtien naar het Z. en het W. werd
verdedigd, dat deze laatsten ongeveer de helft van hun gevechtskracht er
bij inschoten en Chang tso lin 30,000 man versterking moest zenden. Deson
danks meldt een telegram dat de Fengtienlegers zijn terug gevallen op Han-
cheng, een bericht dat zoo op het oog van weinig belang is, voor den arge-
loozen kranten-lezer. Maar aangezien Hancheng ongeveer 20 mijl ten Noorden
van Hsuchow ligt, beteekent dit bericht dat Feng er in geslaagd is de ver
binding tot stand te brengen met het Nangkingleger van Ho Ying Chin en
dat beide legers nu oprukken naar Tientsin waardoor de terugtochtslijn van
Chang tso lin over Tientsin naar Mukden leelijk bedreigd begint te raken.
Japan vond het dan ook maar veiliger vast een kruiser naar Tsingtao te diri-
geeren ter bescherming van Japansche burgers. Zal het ditmaal wederom
troepen in Shantung landen, of is dit na het bezoek van Chiang Kai Shek in
Japan niet meer noodig?
Hoe dat alles zal afloopen is met geen mogelijkheid te voorspellen. De
Noordelijken vormen geen eenheid. De tuchuns van de provincies Kirin en
Heilungkang hebben groote belangen in spoorlijnen en landgoederen in Mand-
schoerije. Zij willen dat Chang zich toelegt op de ontwikkeling van Mand-
schoerije en zij hebben het volk aan hunne zijde. Want de oorlog binnen
den Orooten Chineeschen muur kost veel geld, vooral zilvergeld, waardoor
de „fengpiao" aan bedenkelijke bloedarmoede is gaan lijden. Daarbij komt dat
de ouderen in de partij hun feudale ideeën niet kunnen liquideeren, terwijl
de jongeren zooals Yang Yu Ting en Chang Hsuek Liang in hun hart de
partij der nationalisten zijn toegedaan.
Ook Sun Chuan Fang, de vroegere machthebber van Sjanghai thans een
der Noordelijke geallieerden is nog iemand van het oude feudale type. Merk
waardig is het dat hij geen inmenging duldt van zijn generaals in admi
nistratieve aangelegenheden. Hij vecht om de provincie Kiangsu en haar
hoofdplaats Sjanghai en is een fel tegenstander van Chiang, omdat deze laat
ste voor het geval er ooit een compromis tot stand zou komen tusschen
Chang tso lin en Chang Kai Shek, Sjanghai zou opeischen.
Dan behoort nog tot de Noordelijke groep de Chihlih partij. Eigenlijk
behoort Sun ook tot deze partij. De voornaamste generaal dier partij is thans
Chin Yun Ao, die in vereeniging met Sun en Chang Chung Chang, zich
duchtig tegen Feng weert. Theoretisch is Tsao kun, die zich te Dairen op
houdt, nog altijd het hoofd der Chilihpartij.
Practisch is Wu Pei Fu het gebleven, die zich thans in Omishan (aan den
bovenloop van de Yang Tse) moet ophouden en samenwerkt met generaal
Yang Sen, de man van het Wan Hsien-incident.
Bij de Zuidelijken zijn de militaire machthebbers nooit zoo op den voorgrond
getreden als dat bij de Noordelijken het geval was. Chiang Kai Shek en Tang
Seng Chi hebben wel veel macht gehad, maar hun positie was toch weer
een andere, dan die der vrijwel met dictatoriale macht bekleede positie van
de generaals der Noordelijken. Voor een niet gering deel is dit een gevolg
van de stellingen van het VI I-de hoofdstuk uit de Drie Volksprincipes, waarin
Sun Yat Sen (of liever Dr. Wang, want deze schijnt de werkelijke schrijver
te zijn van het werk) ernstig waarschuwde tegen een al te groote zelfstan
digheid der generaals, daar deze dan zouden pogen om de macht tot zich te
trekken en door elkander te bestrijden verdeeldheid in de Kuo Min Tang
zouden brengen. En inderdaad was dit het geval. Na den val van Chiang Kai
Shek, poogde Tang Seng Chi de macht in handen te krijgen. In September
sloot hij zich in het geheim bij de Noordelijken aan, die hem het Vice-presi-
dentschap der Republiek aanboden en beloofden hem Inspecteur-Generaal der
7 zuidelijke provincies te maken. Daarom moest hij Feng langs de Peking-
Hankou lijn tegenhouden, en den aanval van Sun uit het Noorden op Nang-
king door een opmarsch van uit Hankou moeten steunen. Maar Sun stormde
met zijn leger ineens door naar Nangking en Shanghai daar hij zich van het
bezit van deze laatste stad wenschte te verzekeren, vóórdat Tang in Nangking