In het voorgaande werd de aandacht gevraagd voor de volgende vaststaande feiten. Ie de scherpe daling van de oorlogsbegrooting, 2e het bereikte evenwicht in de landsbegrooting, gepaard aan verlaging der belastingen, 3e de ernstige aanranding van het Nederlandsche gezag in deze gewesten, welke de Regeering legeruitbreiding in overweging deed nemen. 4e krachtige betoogen in verschillende gezaghebbende pers organen tot versterking van het leger als primair gezagsorgaan voor de handhaving van orde en rust. Dit zijn zeker factoren, die de verwachting wettigen, dat de gelden, welke benoodigd zullen zijn voor de door de Regee ring eventueel urgent geoordeelde legerversterking niet alleen gevonden zullen worden, doch dat de daaruit wellicht voort vloeiende lasten met bereidwilligheid zullen worden gedragen. Tot slot de opmerking, dat in dit artikel slechts een deel van de tweeledige taak van het leger in beschouwing werd ge nomen. Over de defensietaak werd daarin niet gerept. Toch mag het van algemeene bekendheid worden geacht, dat ook ten deze voorzieningen dringend noodig zijn. Als vaststaand kan daarbij worden aangenomen, dat de eischen, die daardoor aan de schatkist moeten worden gesteld verder gaan dan hetgeen daarvoor, ook na de totstandkoming van de hierboven bedoelde legerversterking ten behoeve van de handhaving van orde en rust, wordt uitgegeven. Het wordt zeker meer dan tijd, dat ook met betrekking tot de defensie spijkers met koppen worden geslagen. Men moge daarbij bedenken, dat eene waardevolle waarschuwing, zooals we die onlangs kregen ten aanzien van de handhaving der inwendige veiligheid niet te verwachten is wanneer het de uitwendige veiligheid betreft. T. B. 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 7