wel gereed zou worden gemaakt, zoo laat mogelijk te kunnen
stellen. Hierdoor wordt bereikt, dat in geval er zich des nachts
gebeurtenissen mochten voordoen welke andere maatregelen zou
den noodig maken dan het in den marsch zetten van de divisie,
geen ingrijpende tegenbevelen behoeven te worden gegeven. De
nu gegeven bevelen zijn voorloopig voldoende voor de troepen om
alles te kunnen verichten wat noodig is.
Aangezien er in den loop van den nacht niets gebeurt dat wijzi
ging in de plannen voor den 5den September noodig maakt, kan
te 5.- v. m. van dien dag het navolgend divisiebevel (A. T. V.
pt. 13) worden uitgegeven.
11de Divisie.
Sectie I.
No. I.
X 5-9-'26, 5 -v. m.
Divisiebevel.
T roepenindeeling.
I. Beveiligende cavalerie.
2de Half-reg.
II. 2de compagnie wielrij
ders.
III. Voorhoede.
Commandant: Kol. P.
4 R.I.
I B A.
1/2 2 genietr.
1/3 transportafd. Hoofd
vplafd.
2 K. M.
IV. Hoofdmacht, (t. m.)
5 R. 1.
1/2 2 genietr.
II B A.
6 R. 1
Hoofdverbplafd. (-de auto's)
2de échelon verb. comp.
500 M.
V. Achterhoede.
1/4 comp. van 6 R.I.
88
1. Luchtverkenning meldde eene
vijandelijke colonne, uit alle wa
pens bestaande, te ll.-v. m. van
den 4den September, stilstaande
met het hoofd bij C. (16 K. M.
ten W van B
2. De divisie heeft opdracht
ontvangen om heden B. te bereiken.
3. De escadrille verkent de
strook aan weerszijden van den
grooten weg tot C., alsmede het
terrein ten O. en ten Z, van den
G. Wanapatra. Landingsterrein op
de groote sawah aan den W.-rand
van X., waar tevens het divisie-
L W. S. wordt opgericht.
4. De cavalerie beveiligt den
marsch van de divisie; afmarsch
te 6 - v. m.
5. De compagnie wielrijders
naar Pelang2 (Cl) met opdracht
de beveiligende cavalerie tot na
der bevel te steunen.
6. Het hoofd van den voortroep
passeert te 6.30 v. m. den drie
sprong 260 (A2).
7. De voorposten rukken in als
het hoofd van de hoofdmacht Sen-
dang 1 (A2) passeert.