1. DE VERKENNENDE EN BEVEILIGENDE TAAK VAN
DE DIVISIE-CAVALERIE.
(met 3 figuren)
door
M. THOMSON.
1. Een behoorlijk verkenningsorgaan is onontbeerlijk.
2. In onze Indische terreinen is een licht uitgerust eskadron, doch
van grootere sterkte dan het tegenwoordige, daarvoor het
meest geschikt.
3. Lichte troepen kan men slechts met lichte troepen afdoende
bestrijden.
Nu overeenkomstig het A. T. V. een vol jaar intensief geoefend
is, is een ondervinding opgedaan, welke dienstbaar kan worden
gemaakt aan het weder perfectionneeren van dit voorschrift; en
zoo schromen we dan ook niet aan de hand van opgedane ervaring
hierboven een drietal stellingen te lanceeren.
Vooraf verzoeken we den lezer een blik te slaan op fig. I.
We zien twee colonnes, elk beveiligd door Cav. De linker colonne
stelt voor een Indische divisie, met slechts beveiligings Cav. in front
en daarvóór een verk. patr. Voor flankdekking is niets uitgetrok
ken, hetgeen geheel overeenkomstig de practisch opgedane ervaring
is. Onze Cavalerie is reeds zóó zwak, dat er moeilijk nog wat af
kan voor de flankbescherming. We zouden hier hoogstens met
zwakke patrouilles kunnen werken en hebben dan ook tot heden
gezien, dat geen Cav. op de flanken werd ingedeeld, vermoedelijk
als zijnde niet beschikbaar. Hoe zich dit wreekt, zal later blijken.
De rechter colonne stelt voor een moderne troepenmacht en
beveiligd in front door bev. Cav. met daarvóór een verk. detache
ment, terwijl de flanken mede gedekt worden door Cav., welke
aan deze zijde wèl beschikbaar is.
Een eerste blik op de figuur doet ons al dadelijk zien, aan onze
zijde een verk. patr. op korten afstand met duidelijke, eenvou
dige opdracht; aan 's vijands zijde een verk. det., modern uitgerust,
zooals dat in andere legers gebruikelijk is.
Deze beide verk. organen dienen we eerst nader in beschouwing
te nemen. Aangezien we ons slechts zullen bezig houden met de
horizontale troepen, nemen we aan, dat beiderzijdsche luchtmachten
elkaar in evenwicht houden.
71