zijn op dit tijdstip Klega reeds genaderd en komen dus zeer spoe dig beschikbaar. Ook kan aan 4 R. I. wel wat meer artilleriesteun worden gegeven en wel door de afdeeling motorartillerie daartoe geheel of gedeel telijk te bestemmen. Maar de divisiecommandant had deze afdee ling eigenlijk bestemd voor contrabatterijen in de eerste plaats en eventueel (Zie G. V. Mob. A. pt 27) om den aanval van 5 en 6 R. I. flankeerend te steunen uit de richting van Soember 1, zoodra het 4 R. I. er in zou zijn geslaagd om de bevolen lijn te bezetten. Hij ziet evenwel in dat van dit laatste plan nu toch niets kan komen nu 4 R. I. niet alleen die lijn niet bereikt heeft, maar zelfs moeite heeft om zich meer achterwaarts te handhaven. In overleg met den artilleriecommandant besluit hij één der batterijen van deze afdeeling als hoofdtaak op te doen geven het steunen van 4 R. I. en als neventaak het steunen van den aanval der beide andere regimenten, terwijl de andere batterij als contrabatterij in bewa kingsstelling zal komen, met als neventaak het steunen van 4 R. I. Stellingen zullen moeten worden gezocht in de buurt van Pelang 2 of Pasar Klega (Cl). Een groot bezwaar is uiteraard, dat er nu voor den onmiddellijken steun van 5 en 6 R. 1., welke regimenten waarschijnlijk straks de hoofdtaak te vervullen zullen krijgen, slechts de Ilde afd. B. A. beschikbaar blijft. Het is wel zeer weinig voor zulk een belangrijke taak, maar hij moet toch al zoo schipperen met zijn artillerie; zeer zwaar voelt de divisiecommandant de nadeelen van de karige toe bedeeling aan artillerie bij de divisie. Overeenkomstig het voorgaande gaan nu onmiddellijk de noodige bevelen uit. Tevens krijgt de dirigeerend off. van gez. van de hoofdvbplafd. bevel om de oprichting van een hoofdverbandplaats te X voor te bereiden. Een punt van ernstige overweging voor den divisiecommandant is nog de plaats van zijn commandopost te Klega. Onder den in vloed van zijne verwachting dat 4 R. 1. er wel in zou slagen zich van de opgegeven lijn meester maken, had hij deze plaats gekozen. Hij heeft er nu wel spijt van dat hij die plaats zoo ver naar voren koos, want ze komt nu veel te blootgesteld te liggen en wordt, als 4 R. 1. onverhoopt nog verder terug zou moeten gaan, voor de commandopost onhoudbaar. De vraag is nu of hij de post eenvou dig achterwaarts zal doen verplaatsen b. v. naar Lemahmas, dan wel in de richting van de actie van 5 en 6 R. I. In het eerste geval is de verplaatsing veel gemakkelijker te bewerkstelligen en is er dus minder kans op stagnatie, blijft hij gemakkelijker op de hoogte van de gebeurtenissen bij 4 R. I., wat, gezien de précaire toestand waarin het regiment kan komen te verkeeren groote voordeelen biedt. In het tweede geval kan hij gemakkelijker invloed uitoefenen op de hoofdactie bij 5 en 6 R. I. Hij moet hierbij echter ook aan- schenken aan de mogelijkheid dat 4 R. I. geheel verslagen wordt en de actie van de beide andere regimenten te laat komt om een 101

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 31