2de Divisie.
Sectie I.
No li.
Divisiebevel.
1. Het 4 R. I., versterkt met een bataljon en de mitr. comp.
van 6 R. I., handhaaft zich in de strook Wates 1
Djlegong 256 tegen overmachtige vijandelijke strijd
krachten.
2. De cavalerie staat in de lijn Ngambat 2 Gondangrawé
(E3) in contact met vijandelijke cavalerie en wielrijders.
3. Vijandelijke infanterie bevindt zich in Soka 1 Sang-
gandoe (D2).
4. De Ie afd. B. A. en de afd. M. A. bij Pasar Klega steu
nen 4 R. 1.
5. De luchtdoelmitrailleurs beveiligen 4 R. I.
6. Het 5 R. I. moet zich achtereenvolgens meester maken
van de complexen Soka 1Sanggandoe en Sanggeh
Tjepaka (D2).
7. Twee batterijen van II B. A. bij Sambiredja (C3) zullen
5 R. I. steunen.
8. Twee bataljons van 6 R. I. een compagnie) met '/2
comp. genietr. als algemeene reserve bij Blimbing 1.
9. Een compagnie van 6 R. I. naar Batangan 2 (DE4) als
steun voor de cavalerie.
10. Een batterij van II B. A. in bewakingsstelling bij Gelodok
tot beveiliging van 6 R. 1.
11. Hoofdverbandplaats wordt opgericht te X.
12. Elk der drie infanterie-regimenten heeft de beschikking
over 1/3 transportafd. van.de hoofdvbplafd.
13. De treinen blijven tot nader order gereed voor den
afmarsch.
14. Berichten naar Gelodok.
Schr. aan de reg. cdn. Div. cdt.
cdt genietr.
cdn treinen.
chefarts div.
Aangezien dit divisiebevel meerendeels maatregelen bevat, welke
reeds genomen waren of besproken zijn, behoeft er hier niet
verder op te worden ingegaan. Toelichting behoeven naar het
voorkomt alleen de punten 4 en 9.
Aangenomen is dat de D. A. C. reeds had beslist, in verband
met den toestand bij 4 R. I. en het feit dat men geen vijandelijke
batterijen kon waarnemen, dat ook de tweede batterij van M. A.,
4 R. I. zou steunen.
De compagnie infanterie als steun voor de cavalerie wordt
noodig geacht om haar vrijer te maken, zoodat zij beter in staat
104