7. OVER EN UIT DEN WERKKRING VAN DEN CIVIEL EN
MILITAIR BESTUURDER.
door
P. W. F. KANIESS.
Oud-Kapitein der Maréchaussée.
IX
Tot nu toe zijn onder bovenvermeld hoofd voornamelijk
werkzaamheden uit den werkkring van den civiel en militair
bestuurder behandeld geworden, die op den eersten blik den
stempel dragen, te zijn geschied ten bate van het aan zijne zorg
toevertrouwde land en volk.
Uit den aard der zaak zijn door hem ook nog andere werk
zaamheden te verrichten, die het algemeene dienstbelang eischt.
Deze zijn vrij nuchter en spreken weinig tot de verbeelding van
den bestuurder, maar zij moeten toch ook gedaan worden.
Daar zijn in de eerste plaats de verrichtingen ter regeling van
de heerendiensten en belastingen.
De bevolking, die zooals in het vorige artikel reeds is gezegd,
onze zorgen ten bate van haar niet zoo waardeert, als wij zouden
kunnen verwachten, voelt voor deze contra- prestaties in het geheel
niets en beschouwt ze als zuivere lasten. Primitieve menschen
maar andere ook, zien meestal niet verder dan hun neus lang
is, en waardeeren baten, die in het verschiet liggen maar matig,
maar voelen momenteele lasten zwaar.
Het gebied der heerendiensten en belastingen is derhalve voor
het bestuursbeleid steeds rijk geweest aan moeilijkheden. Het is
als regel het terrein voor aan ons gezag vijandige propaganda,
welke meestal wordt benut om ontevredenheid te verwekken.
Daarom vereischt juist dit werk op de basis van een krachtig
gezag veel beleid en tact.
Om te beginnen zal hieronder een en ander medegedeeld
worden over de invoering en regeling van de heerendiensten.
Als regel zal de invoering der heerendiensten reeds plaats heb
ben in de civiel en militaire bestuursperiode. Zij geschiedt
meestal op utiliteitsgronden. Er moet iets van algemeen belang
gedaan worden, en vrije werkkrachten zijn niet beschikbaar. De
bevolking wordt dus opgecommandeerd.
In de adat bestond vroeger ook zoo iets bij den bouw van
misigits, meunasa's enz.
116