voldoende beschikbaar hebben om onze flanken te beveiligen, doen wij er eenvoudig ook niets tegen, en is de geheeie situatie het vij. verk. det. reeds volledig bekend, vóór de bev. Cav. afdn. op elkaar stuiten. Hoe wij in dit geval meenen te moeten voorzien zullen we aan het slot aangeven. Voor hen, die van meening mochten zijn, dat sterke Inf. patrs., welke op de flanken worden uitgezonden tot steun van de Cav. doorzoekingspatrs., daar tegen zouden kunnen ageeren, moge het volgende dienen: De Cav. doorz. patrs. bevinden zich op afstanden van 1 3 K. M. zijwaarts in het terrein; de Inf. patrs. bevinden zich op 500 M. zijwaarts van den marschweg; de eersten bevinden zich 3 a 5 K. M. of verder vóór de Inf. voorpatr.; de Inf. patrs. bevinden zich, in den regel een eind achter de spits-comp., omdat zij in het terrein achter geraken. Stuit de Cav. doorz. patr. nu op vijand, dan behoort zij in de eerste plaats na te gaan wat er gaande is, en eerst bij noodzaak steun te gaan zoeken. Ja, als zij gejaagd wordt, dan komt zij bescherming zoeken op den marschweg. Toch zijn de Inf. patrs. op de flanken van groot gewicht, omdat zij n. 1. de strook aan weerszijden onveilig maken voor de vij. verk. patrs. en deze dwingen niet al te roekeloos te zijn. Dit is het nut van deze patrs., maar dat zij in staat zijn een vij. verk. det. te beletten zich op onze flank te nestelen is een groote illusie. De vijand kan thans door het binnenkomen van de berichten van zijn verk. det. en van zijn vliegdienst zijn orders voor de groepeering voor het op handen zijnd gevecht uitgeven, en wel op een tijdstip, dat er aan onze zijde voorloopig nog niet aan gedacht kan worden. De vijand is ons een slag voor. Wederzijdsche bev. Cav. afdn. stuiten spoedig daarop op elkaar. Slaagt onze Cav. er in de vij. bev. Cav. te veronzijdigen, dan ligt de vij. Inf. open voor haar. Slaagt zij daarin niet, dan kan alléén omtrent de aanwezigheid van de vij. Inf. gerapporteerd worden door patrs., aan wie het gelukt dóór het scherm van 's vijands bev. Cav. heen te komen en daar later weer uit te komen. Veel energie, handigheid en wilskracht zijn noodig voor onze div. cav. om hier te slagen. Nergens komt dit in het A. T. V. naar voren. Wel geldt volgens dit voorschrift ook hier, dat om niet de kans te loopen veronzijdigd te worden steun gezocht moet worden bij de eigen Inf. We voelen, niet waar, hoe hier op eigen krachten moet worden vertrouwd en doorgetast moet worden, willen we ooit iets van de vij. Inf. te zien krijgen. We krijgen ten slotte de situatie, zooals in fig. Ill aangegeven, onze Cav. weggedrukt voor het front. 74

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 4