122
onlusten geweest en in het buitenland heeft het incident veel afbreuk gedaan
aan het prestige van het Britsche koloniale beleid.
Java is voor een tweede Amritsar Qode zij dank bespaard gebleven. Van
de wijze waarop het Nederlandsche koloniale beleid in dat geval zou zijn
beoordeeld, is het vriendelijke commentaar van de „Manchester Guar
dian" en de „V ossische Zeitung" slechts een voorproefje.
Onder den indruk der gebeurtenissen heeft de Indische Pers menigmaal
den wensch te kennen gegeven dat de klappen die leger en politie uit hadden
gedeeld, wat harder waren aangekomen. Psychologisch een zeer verklaarbaar
verschijnsel! Maar niemand heeft het erger betreurd dat dit niet het geval
was danMoscouHet doel dat Rusland hoopte te bereiken en dat
ook menschelijkerwijze inderdaad bereikbaar zou zijn geweest, als de opstand
in het begin ook op Midden-Java krachtiger om zich heen had kunnen grijpen,
was een gewelddadige onderdrukking in stroomen bloeds. De gevolgen daar
van zouden zijn geweest, het ontstaan vau een krachtige nationalistische stroo
ming, die zich vermoedelijk evenals in Britsch-Indië zou hebben geuit in den
vorm van een krachtige non-corperation beweging, omdat daadwerkelijk verzet
uitgesloten was. Voorts zou zich een krachtige reactie in het buitenland heb
ben geopenbaard, in het het bijzonder van Engeland dat er niets op gesteld
is, dat in Indië een communistische wig werd gedreven tusschen de Aziatische
en Australische deelen van het Britsch Imperium en dan ook krachtig zou
hebben aangedrongen op een afdoende bestrijding van de communistisch-
nationalistische beweging in onzen archipel.
Moscou heeft zich misrekendHet heeft zijn doel niet bereikt. Er zijn geen
martelaren gekweekt. Er zijn geen geweldige slachtingen aangericht. Er is geen
Gandhi-figuur opgestaan die door zijn mystiek-religieus overwicht op de fan
tasie van de volksmassa heeft ingewerkt. Meer dan wat koloniale krijgservaring
op het gebied van den burgeroorlog, valt er voor Moscou niet op de crediet-
zijde van den opstand te boeken."
Hebben wij dus den schrijver goed begrepen, dan oordeelt hij het goed,
dat er geen „stroomen bloeds" zijn vergoten, niet om dat feit, want hierin
zal hij uitsluitend medestanders hebben, maar om politieke overwegingen, in
zooverre nl. dat in het bevestigend geval Moscou een propagandamiddel in
de hand zou zijn gegeven ter verkrijging van een algemeeuen opstand om
wellicht met de daaraan verbonden gevaren voor het Nederlandsche gezag
en daarna, als apotheose het ingrijpen van Engeland.
Om aan zijne meening kracht bij te zetten heeft hij het oog gericht op
Britsch-Indië en Amritsar.
De politieke reeks, samengesteld uit de door S. gedachte schakels der feiten,
die zich zou hebben voorgedaan, laten wij voor rekening van den schrijver;
zij is strikt veronderstellenderwijze-theoretisch opgebouwd omdat men nu
eenmaal gewend is Moscou van alles de schuld te geven, wantrouwend als
men staat tegenover dit van destructie en revolutie vervulde communistische
centrum. Dit wantrouwen heeft den S. parten gespeeld. Inderdaad, de men
taliteit dier lieden is sluw, geraffineerd en macchiavellistisch, maar, of des
ondanks, op politieke supposities jegens dat politieke en economische proef
konijn te Moskou, de handelingen onzer koloniale bestuurders moet worden
gebaseerd? Dat gaat ons te ver.
Het behoeft geen tegenspraak, dat in een modernen en beschaafden staat
nooit aan de politiek van repressie en geweld den voorrang mag worden
geschonken; dit strijdt nu eenmaal tegen de ideëele beginselen van een hoog
ontwikkelde cultuur. Maar al zijn wij dan ook bezield met dergelijke ethische
gedachten, t. a. v. onze plichten jegens den medemensch, zou het duiden
op een ernstige tekortkoming, indien een dergelijke ethiek in den maalstroom
van het praktische leven consekwent werd toegepast.
Vandaar, dat wij evenzeer zouden willen wijzen ep de woorden van F. J. P. S.,
in het December-nummer van 1926, die opmerkt, dat een dergelijk repressief
optreden door geen enkelen beschaafden staat mag worden beschouwd als te
zijn de meest gewenschte preventieve handhaving van het