124
Wij zouden dat niet gaarne doenneen, ontdoet men de geheele kwestie
van alle bijzaken en vertroebelingen, dan blijkt, dat een kleine communistische
kern de onlusten heeft verwekt, dat deze kern maatschappelijke schipbreuke
lingen om zich heen heeft verzameld en zich heeft doen bijstaan door een
zeer kleine hoeveelheid gepreste dessa-lieden.
Zou men nu denken, dat een krachtige houding jegens dit gespuis het volk
in vuur zou hebben gebracht? Waarom raakte men in Britsch-Indie opgewon
den toen op het kritieke oogenblik Ghandi werd gevangen gezet en gedepor
teerd; waarom verroerde men zich hier niet en bleef men onverschillig, toen
de hoofd-en andere leiders der communisten werden gearresteerd? Waarom
laat het der bevolking volslagen koud, nu die menschen weldra zullen worden
geinterneerd
Toch zeker geen teekenen voor F. d. B. om aan te toonen, dat zijn redenee
ring geheel juist is, d. w. z. om aan te toonen, dat hier een hardhandig herstel
van de rust een „krachtige nationale strooming" en een „krachtige non-coope-
ration beweging" in gang zouden hebben gezet.
Hoe stonden de zaken in den Amritsar-tijd?
Amritsar stond sterk onder den invloed van den gespannen binnenlandschen
toestand in Britsch-lndie, mede veroorzaakt door de gevolgen van den wereld
oorlog.
Om een en ander in de herinnering terug te roepen, moeten wij een greep
doen uit de geschiedenis van dat land; wij zullen echter zeer sober zijn.
De staatkundige onmondigheid, waarin Engeland Britsch-lndie had gehouden,
deed in die kolonie een nationalistische beweging ontstaan, welke in 1885 tot
uiting werd gebracht in een „National Congres". In deze partij ontstonden
twee richtingen, de Moderates en de Extremists. De eerste wilde
hervorming verkrijgen door protesten en petities, de laatste wenschte een
scherper toonaard. Aan dit congres namen de Hindoes deel. De Mohammedanen
stonden loyaal tegenover de Regeering en vereenigden zich in 1906 in de „All
Islam Moslem League".
De houding der Mohammedanen wijzigde zich in 1912 en naderde in 1915
zeer dicht bij het National Congress.
Een reeks van grieven tegen wettelijke maartregelen, als kenteeken uitgelegd
van politieke onmondigheid, stapelden zich op. Lord Hardinge wist echter de
harten der Indiërs te winnen en toen dan ook de wereldoorlog uitbrak, toon
de Indie zich spontaan loyaal. Merkwaardig echter was, dat London niet be
greep wat Indie wenschte; men zag niet in, dat 'ndie slechts parlementaire
en economische hervormingen aangebracht wenschte te zien. Hierin school de
kern der botsingen tusschen Moederland en Kolonie.
De oorlog verslechterde den economischen toestand, de oorlogsmaatregelen
tastten de kolonie ernstig aan. Rooverbenden vormden zich in de Pundsjab
en in Bengalen, totdat de Defence of Indie act Criminal Law Amendment
Bill) werd uitgevaardigd. Speciale rechtbanken werden ingesteld, harde straffen
werden ontworpen, deportatie en exhorbitante rechten werden mogelijk ge
maakt enz.
Deze Defence Act werd met grooten ijver toegepast en gehanteerd, zij kreeg een
voor de bevolking in het algemeen hinderlijk karakter.
En toen groeide onder de Indiërs de overtuiging, dat het land alleen van
het Engelsch-Indisch Bestuur af zou kunnen komen, indien men Home-Rule
kreeg. De beide hoofdpartijen stonden daar als voorstandsters tegenover; het
Congress was nog optimist gestemd, de Islam League wenschte radicaler ge
drag. Doch de Home-Rule beweging had zich ingezet, en omvatte toen reeds
alle lagen, behalve den boerenstand.
De invloed van den oorlog was voor Indië funestarmoede heerschte over
al, er ontstond een drainage van menschen en goederen. Ontevredenheid
groeide alom en hoewel dit alles tot nadenken stemde, durfde de Britsch-In-
dische Regeering het bestaan om aan leiders het houden van redevoeringen te
verbieden.