126 In Britsch-Indië werkten de nadeelige gevolgen van den oorlog zeer nernsi in op de volksbeweging; de communistische excessen hier stonden geheel op zich zelf. In Britsch-Indië had het volk sympathie voor de beweging, hier stond men onverschillig tegenover de actie en het lot der communistische geweldenaars. In Britsch-Indië heeft de overheid toentertijd het karakter van de beweging niet begrepen en heeft door tartende maatregelen de verbittering verscherpt. Hier heeft iedereen volledige vrijheid en heeft zelfs het communisme dezelfde vrijheid genoten, totdat bleek, dat deze actie staatsgevaarlijk was. In Britsch-Indië heerschte nationalisme, het communisme predikt internationalisme. De heer F. d. B. voert nu Amritsar ten tooneele als waarschuwing. Wat is er te Amritsar voorgevallen Generaal Dyer voerde het commando te Amritsar in dien tijd, toen men algemeen in een staat van agitatie ver keerde. Hoewel de krijgswet niet was afgekondigd, had toch de generaal alle samenscholingen van meer dan drie personen verboden. Nadrukkelijk had hij er echter bijgevoegd dat een violeering van dat verbod met de kracht der wapens zou worden bestreden. In den ochtend van den 13en April 1919 kreeg de generaal Dyer het bericht, dat op de zg. Jallianwalla Bagh, een geheel door muren omheind plein te Amritsar, een groote meeting werd gehouden. In verband met de boven bedoelde waarschuwing werd deze bijeenkomst beschouwd als een uitdaging. Generaal Dyer begaf zich daarheen en liet verder ongewaarschuwd op deze menigte vuren, zeer vele dooden veroorzakend en nog veel meer gewonden. Toen de patroontasschen leeggeschoten waren, verdween de troep weer van het tooneel. Het Britsche gezag was hiermede in Amritsar gevestigd. Het geval-Amritsar heeft natuurlijk in de Britsch-lndische samenleving een zeer opwindenden invloed gehad; het volk (de partijgroepeering) was immers reeds in gisting en de slachtoffers behoorden tot dat volk. Dit alleen is voldoende om een vergelijking van Amritsar met een krachtig optreden tegen onze communisten, die praktische buiten het Inlandsche volk als zoodanig stonden, ontoelaatbaar te achten; De Colonel Yate, die in het Augustus-nummer 1919 van The Empire Review beschouwingen heeft gewijd aan de ter zake gevoerde debatten in het Parlement zegt o. m., dat „the inhabitants of Amritsar immediatly after the tragedy of the Jallianwalla Bagh, when they assembled in their thousands chiefly to thank General Dyer for saving the city from further loot and worse horrors. This, the best evidence we have of public opinion at the time, is carefully ignored by all those whose main object seems to be shield the chief culprits." Hieruit blijkt weer, dat de opwinding in dien tijd niet de geheele bevolking aanging en meer moet worden teruggebracht tot de aanhangers van de partij groepeering; een ander deel schijnt zich door het optreden van generaal Dyer beveiligd te hebben gevoeld. En dat is ten slotte ook de taak van de gewa pende macht, de gemeenschap te beveiligen, als de andere middelen daar toe niet meer toereikend zijn. Desnoods met de wapenen. Men voelt derhave, hoe gewaagd het is conclusies te trekken uit hetgeen elders is voorgevallen, tenzij men er ter dege in thuis is. In elk geval mag dan niet te vlug de waarschuwing worden uitgesproken jegens N. 1. „Doe niet als hij te Amritsar!" Terecht merkt Colonel Yate op: „except the officials present with him (generaal Dyer) on the spot who saw the demeanour of the crowd and knew the surrounding circumstances, no one is in a position to form anything like a useful opinion as to the amount of for ce required to re-establish order." In dit verband hechten wij ook weinig aan de opmerking, dat er kritiek uitgeoefend is in het Parlement. In de eerste plaats is het van belang te weten, wie d. w z. welke politieke zijde de kritiek heeft uitgeoefend, maar tweedens is het bekend, dat over het koloniale beleid eener koloniale regeering steeds harde woorden worden gezegd in een volksvertegenwoordiging en bij voor keur door diegenen, die in de koloniale verhoudingen weinig inzicht hebben

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 56