127 Dit euvel treft men schier in alle landen aan, die koloniën bezitten. Wij laten de criticasters par droit de politique buiten beschouwing. Of die kritiek altijd gerechtvaardigd is, laten wij verder over aan het oordeel der lezers, die min of meer trouw de debatten in onze volksvertegenwoordiging volgen over de koloniale begrooting. Men kan immers de psijche der omstandigheden, die zich in een kolonie voordoen, in het moederland onvoldoende peilen. Meenen wij dus voldoende te hebben aangetoond, dat de toestanden eertijds m Britsch Indie niet te vergelijken zijn met die hier tijdens de communistische onlusten, de feiten hebben hier voor zich zelve gesproken. Hier was de be volking verheugd over de opruiming onder de haar terroriseerende despe- r3rm S± werd herhaalde malen de opmerking vernomen,, compenie terlaloe adil toen door de militairen de opruiming naar haar smaak niet meer afdoende had plaats gehad. Op S. W. K. waar volgens de dagbladberichten heel wat meer verzetslieden zijn neergelegd, slaakt men een zucht van verlichting: medewerking wordt verleend tot nu toe zijn nog geen martelaren gevormd integendeel, de bevolking biedt den militairen een slametan uit dankbaarheid voor het neerleggen van den beruchten hoofdman Ngadimin. En wat zal zij nog doen als eenmaal Si Patai zal worden onschadelijk gemaakt? Dat Moskou hier gaarne „stroomen bloeds" zou hebben gezien Moskou is een liefhebber van bloed, zeker, maar, om de bloedige methoden van Moskou hier aan te voeren voor het betoog, dat het heel goed is, dat weinig bloed gevloeid is, aangezien wij, dank zij het uitblijven van een N. 1 „Amrit- sar gespaard zijn gebleven voor een koloniale verjaging, dat gaat ons te ver. Wij moeten t a. v. Moskou geheel anders handelen als tegen anderen. De politiek van Moskou brengt mede, dat men alle handelingen en maatregelen van „kapitalistische", zoo men wil „imperialistische" staten steeds anti- waar- deerend uitlegt. Men wil daar geen verzoeningdoor ontevredenheid, onrust, revolutie beoogt men de vernietiging van de bourgeoisie en de bevordering van de wereldrevolutie, zoomede de dictatuur van het proletariaat. Een tege- moetkomend optreden jegens de communisten wordt van die zijde toegeschre- ven aan zwakheid, gebrek aan durf, begin van verval. Deze motieven moeten dan dienen als propaganda-middel, ter aansporing van een hernieuwd „offensief" tegen de bourgeoisie. In den door den heer F. d. B. gevolgden gedachtengang doen de navol gende zinsneden van zijn beschouwingen ons wel wat vreemd aan. Hii zegt immers: Op hardhandige wijze heeft Moscou ons gedemonstreerd dat het een staat kundige fout van de eerste orde was, om in een tijd, dat Azië in gisting ver keert de voornaamste machtsorganen van het Indische Gouvernement aanzienlijk m te krimpen. Krantenbrichten melden dat men reeds begonnen is met een intensievere werving en in afzienbaren tijd zal de fout weer zijn hersteld. Intusschen hebben de relletjes ons weer geleerd dat het zonder krachtige machtsorganen niet mogelijk zal zijn de evolutie van de inheemsche rassen van onze kolonie in rustige banen te leiden en te houden. De preventieve machtsorganen zijn noodig zoowel in het belang van den Indonesiër als van ons zelve. Dit achten wij ietwat in tegenspraak met zijne bedoelingen. Tot welke conclusie kan men nu komen? Dak bij verstoring van de orde, voor de handhaving daarvan ieder geval afzonderlijk behoort te worden beschouwd, voorts dat zich logisch ontwik kelende volksstroomingen niet door de kracht van geweld kunnen worden gekeeid, maar dat gewapend dan wel daadwerkelijk verzet met de kracht van de wapens dient te worden gebroken, bij voorkeur dan ook zoo afdoende mogelijk. En .zeker vragen, communistische opstootjes zulk een handelwijze, omdat: „thatsachlich die Zivilisation nicht fortschreiten kann, solange die Drohung des Bolschevismus fortbesteht." v. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57