129 heeft met de tegenwoordige verhouding van de Peking regeering tot de tuchuns en tupans der provincies de vergeten oude moraal weer doen her- leven. Hij wist door inwendige hervorming een eind te maken aan dien tiid van politieke en moreele depressie en heeft het Chineesche leven in een gareel van ceremonieel en vaste gebruiken weten te kluisteren, dat eeuwen lang heeft stand gehouden. s Die tijden zijn voorgoed voorbij. Door innerlijke moreele hervorming z 1 China nooit een eenheid meer kunnen worden. Geen godsdienst, die de inner lijke volmaking van het individu beoogt, kan China's eenheid tot stand bren gen. Alleen het ontwakend nationalisme is daartoe in staat. Azië wil zijn deel hebben in de verovering der wereld en van de schatten der aarde. Het ont wakend nationalisme komt in verzet tegen het materialisme, tegen de niet te verzadigen zucht naar rijkdom, tegen het imperialisme van het Westen. Aan eensluiting der provincies is mogelijk geworden door prikkeling van het natio nalisme, waardoor de Chinees hypergevoelig is geworden voor iedere actie van het Buitenland en daarop fel reageert. Afschaffing van ongelijke verdra gen en exterritorialiteit, ontruiming van de concessies, tarievenautonomie, dat alles zijn slechts uiterlijke kenteekenen van het ontwakend nationalisme, en dat nationalisme zelf is een verschijnsel waarvan de oorzaak veel dieper ligt en zijn oorsprong vindt in een veel dieper zetelend historisch proces. Wat in China wezenlijk plaats heeft is een grondige humanistische revolutie, die breekt met oude dogma's die Westersche wetenschappen en methoden tot richtsnoer van China s ontwikkeling neemt. China's oude kwalitatieve beschaving verkeert in een staat van ontbinding, wordt verdrongen door de zucht naar materieele welvaart. bevinden ons nog midden in het veroveringsproces der aarde, tedere staat strijdt om den voorrang op economisch gebied, wil haar plaats onder de zon hebben, en die strijd moet in de toekomst heel Azië medeslepen. China is ontwaakt, wenscht als zelfstandige staat aan dat veroveringsproces deel te nemen. Het eischt zijn deel op van de schatten der aarde en er is geen macht ter wereld die dit volk van 400 millioen zielen op den duur kan verhinderen, aat het actief aan dat veroveringsproces deelneemt. Dat is de kern van het Chmaprobleem m1? di,l.°,psteI zullen w'ï uitsluitend de militaire situatie in China bespreken Het politieke aspect van het Chinaprobleem zal in beschouwing genomen wor den m het volgend politiek overzicht. Demi li t a i r e situatie. Tijdens de verschillende dynastiën in het China ,de" Keizertijd waren mandarijnen en onderkoningen ondergeschikt aan ■Z11i" tyden geweest in de geschiedenis van China, waarin deze autoriteiten zich min of meer van Peking wisten los te maken, maar de kei zerlijke Regeermg heeft zich bijna altijd in de provincies weten te doen gei den. Ioen de Chineesche Republiek na de omverwerping der laatste dynastie We V.ltSeroePen was het gezag dat Peking over de tuchuns uitoefende aan vankelijk ongeveer even groot als het gezag van den keizer ten aanzien van mandarijnen en onderkoningen. Na Yuan Shi Kai's dood in 1916, was er echter geen legerhoofd van den staat meer dat voldoende gezag kon uitoefe nen en begonnen de militaire gouverneurs zich los te maken van de Peking- regeering en daarmede ving een tijdperk van algemeene demoralisatie van het Kijk aan. Bandieten en roovers wisten zich op te werken tot tuchuns, radi calen en agitators die lastig waren kregen vette baantjes om hen den mond te snoeren en langzaam maar zeker ontglipten de teugels, van het bewind aan »,vJT ek,"£ r.e£eering- De provinciale legers werden het privaat eigendom van de militaire satrapen, die alleen als hun dat convenieerde be velen van Peking aannamen. Al spoedig kwam het tot provinciale oorlogen tusschen tuchuns en tupans onderling, poogden de militaire gouverneurs hun macht ten koste van hun collega's uit te breiden en maakten zij van hun positie misbruik om zich ten koste van het volk te verrijken. Extra belastingen werden geheven, de inkomsten der spoorlijnen werden in beslag genomen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 59