A.V.O. 8/1/ bijbrengen van de vaardigheid in het opsporen en beoordeelen van de mogelijkheden, welke het terrein in een bepaald geval biedt, wordt het terrein van az bekend en dan is het aankweeken van de vaardigheid in het benutten van dat terrein bij de volgende A. V. O. oefening uitgesloten. Bij de keuze van het doel der oefening dient men uit te gaan van het beginsel dat het aanvallend gevecht, aan beide z ij den aangeleund aan andere troepen, den grondslag moet vor men van het oefensysteem. Dan blijft men bij het meest eenvoudige en tochmoeilijke. Vooral voor kleinere eenheden is dat voortdurend noodzakelijk. In grootere eenheden kan zulks ge paard gaan met tal van andere oefeningen, evenzeer van veel gewicht en dus ook niet te verzuimen. De oefeningen voor de brigade, de sectie, de compagnie, waarbij deze, aan beide zijden aange leund, aanvalt vormen dus het begin. Dergelijke oefeningen, vooral die van de sectie, zijn van groot nut, daar hierbij alle bij zonderheden kunnen worden overzien en besproken. Eene goede vorming van de sectiecommandanten is van het grootste gewicht; daaruit komen de latere compagnies-, bataljons- en regimentscommandanten voort. „De bruikbaarheid van de sectiecommandanten zal dikwijls de maatstaf vormen voor het succes van een leger" zegt het Britsche gevechtsvoorschrift. Het optreden als vleugelafdeeling vormt eene uit zondering, dient dus ook bij uitzondering beoefend te worden, trouwens de alsdan aan te kweeken vaardigheid in het benutten van het terrein komt voornamelijk op rekening van de aanvoerders en kan beter worden bijgebracht door kaderoefeningen. Hetzelfde geldt meer of minder voor die gevallen waarbij de brigade, de sectie of de compagnie ver dedigend optreedt dan wel meer of minder zelf standig, b. v. bij den rustveiligheidsdienst. Een totaal zelfstandig optreden van de brigade, de sectie, de compagnie, zal hoogst zelden voorkomen en ligt buiten het bestek van deze bespreking. De oorlogservaring heeft uitgewezen dat in geen enkel gevecht van eenige beteekenis infanterie uitsluitend met g. en k. m. bewapend en bovendien infanterie alleen optreedt. Het optreden van infanterie van eenige beteekenis met g. en k. m. bewapend 148

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 10