1. DE ONDERWIJS- EN A. V. O. OEFENINGEN IN HET OEFENINGSSTELSEL VAN DE VELDINFANTERIE. door A. VAN DE WATER. I In het V. O. I. is ten opzichte van de oefeningen bij de regimenten, dat wil zeggen van de drie batal jons e n de mitrailleurcompagnie, bepaald dat deze V.O.I.V. 1/1/ hoofdzakelijk beoogen het oefenen van het regiment en de onderdeelen daarvan als zoodanig, zoomede van de onderscheidene commandanten als aanvoerder. Hieruit blijkt dat er twee soorten van oefeningen bestaan. Bij het oefenen van het regiment en de onderdeelen daarvan als zoodanig (oefeningen van allerlei 1/2/ aard zonder of met een eenvoudigen tactischen grondslag, als bedoeld in R. I. IV.) treedt de betrokken commandant als onderwij- ze r op. Ik zal deze eenvoudigheidshalve verder onder- wijsoefeningen noemen. Onder oefeningen van allerlei aard worden niet alleen verstaan de oefeningen vermeld in R. I. IV., maar ook oefeningen ontleend aan A. T. V., G. V. I., 4/3/ V. P. T. L., dan wel oefeningen waarbij het pionie ren, het terreinversterken, het overtrekken van rivie ren en het overwinnen van terreinhindernissen op den voorgrond treden. Gaat het naast het oefenen van het regiment of de onderdeelen daarvan o o k om de vorming van den betrokken commandant als aanvoerder 1/3/ (troepenoefeningen met een tactischen grondslag volgens het A. V. O.) dan treedt de naasthoo- gere commandant als leider op. Deze oefeningen worden hier verder A. V. O. oefeningen genoemd. Tusschen de onderwijs- en A. V. O. oefeningen bestaat een groot, kenmerkend verschil. De onderwijsoefeningen omvatten niet anders dan de opleiding in het terrein van de 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 1