gen te hebben gereden, over een afstand van vier K. M. een ge
middelde snelheid van 500 M. kunnen ontwikkelen; welk practisch
nut heeft dus het met goed gevolg afleggen van een „Cross",
zooals die tot nu toe steeds werd verreden, n. 1. in zijn geheel
vóór het begin van den afstandsrit? Veel meer overeenkomstig de
werkelijkheid lijkt het mij, de „Cross" te verdeelen in twee stuk
ken, welke samen vier K. M. lang zijn, waarvan een stuk wordt
gereden in de afstandsrit en het andere stuk ervóór of erna.
Laten wij daarom het maximum aantal te behalen punten van
de „Cross" verlagen (b. v. van 1000 brengen op 800) en die van
de dressuurproeven verhoogen (b. v. van 600 brengen op 700)
hiermede annex gaat natuurlijk een verandering in puntentelling
voor de afzonderlijke verrichtingen, voor wat betreft de dressuur
proeven, en c. q. ook voor wat betreft het behalen van winstpunten
bij de „Cross".
Tevens zou ik willen voorstellen het verschil in dressuur der
paarden beter te doen uitkomen. Een paard, dat de gevraagde
oefeningen netjes, zonder fouten achter elkaar kan opzeggen, doch
waarin elke verzameling ontbreekt, alle actie zoek is, zoo'n paard
acht ik met even voldoende d. i. dus iets meer dan de helft van
het maximum aantal te behalen punten genoeg betaald. Een
ander paard dat b. v. bij de oefening: „de achterhand vooruitgaande
laten wijken voor het linkerbeen" maximum 12 punten kan behalen,
doch geen enkele pas werkelijk goed doet, moet geen 4 of 3
krijgen, doch verdient niet meer dan een 0. En zoo zal het kunnen
gebeuren dat er ook paarden moeten uitvallen wegens „onvol
doende dressuur". Alleen de goede paarden, die in verzamelde
houding worden gereden, en hals en hoofd strekken bij het uit
strekken van het tempo, die kortom alle oefeningen, willig en in
de goede houding verrichten, die paarden kunnen een goede dres-
suurbeoordeeling krijgen; want juist bij het zetten van de puntjes
op de i komen de groote moeilijkheden, dan komt er verzet bij
het paard. Iemand die dergelijke bezwaren met goed gevolg weet
te overwinnen, mag ook wel de voldoening smaken, zijn paard
zeer hoog te zien beoordeeld.
Zou het niet mogelijk zijn om, waar thans de proeven weer
worden verzwaard, en cle wedstrijden weer worden gehouden onder
auspiciën van het Legerbestuur, aan de deelnemers, die met goed
gevolg het Kampioenschap Dienstrijpaarden hebben meegereden
een kleine medaille uit te reiken, die evenals die voor het N. O. C.
bij de uniform mag worden gedragen?
Aan hen, die met goed gevolg de voorproeven (waaraan tevens
een kleine ferreinrit ware te verbinden) hebben afgelegd, doch
nog niet geschikt worden geoordeeld om mede te dingen naar
het „Kampioenschap", zouden diploma's kunnen worden uitge
reikt.
Thans overgaande tot de bespreking van enkele bepalingen van
het eigenlijke programma, viel het mij onmiddellijk op, dat men
182