houding te rijden dan wanneer het met stang en trens loopt? Inte
gendeel, m. i. is zulks juist lastiger; doch indien het gemakkelijker
zou zijn, waarom doen we het dan niet allemaal, indien men er
toe zou kunnen komen om de beperkende bepalingen „stang en
trens bij de dressuurproeven verplichtend" te laten vervallen.
Waarom een paard dat op enkele trens even goed loopt als een
andere met stang en trens (dit ter beoordeeling der jury, en voor
risico van den ruiter, indien de jury een andere meening is toege
daan dan hij zelf), nog onnoodig lastig te vallen met die stang,
waarmede heusch niet iedereen op de juiste manier weet om te gaan.
Indien op dit Kamp. Dienstrijpaarden blijkt dat de paarden,
die op enkele trens gereden worden óók hoog in dressuur kunnen
komen, welnu dan zou ik zeggen, weg met die onmogelijke stang
die veelal in de practijk niets anders is dan een rem om een paard,
dat er van door is, te kunnen houden door het plotseling geweldige
pijn te doen, doch heusch niet een middel om een paard in een
meer verzamelde houding te leeren loopen.
Maar ik dwaal hier van mijn onderwerp af, mijn verzoek is
om de restrictie „stang en trens bij de dressuurproeven verplich
tend" te doen vervallen, en hen, die daartoe roeping gevoelen, een
kans te geven eens te laten zien dat een paard op enkele trens
gereden, evengoed met succes kan mededingen naar de eerste
prijs van het Kampioenschap Dienstrijpaarden. Bestaan hiertegen
echter overwegende bezwaren, dan ook consequent stang en trens
voor alle proeven verplichtend stellen.
Verder lijkt het mij hier de geschikte tijd en plaats, om nog
eens terug te komen op het reeds vroeger geopperde verzoek van
enkele Artillerie-Officieren, die werkelijk veel voor de hippische
sport gevoelen, n. 1. het toewijzen van een tweede zoogenaamd
Rijkswedstrijdpaard. Die toewijzing zou dan m. i. moeten berusten
bij den Inspecteur der Artillerie, die aan officieren, die daartoe
den wensch te kennen geven, en veel op hippische wedstrijden
uitkomen dus in de eerste plaats meedoen aan het Kamp.
Dienstrijpaarden - een tweede zgn. Rijkswedstrijdpaard kan
toewijzen. Dit is dus een paard, waarvoor eveneens paardengeld
wordt ontvangen, dat echter uit den troep moet zijn betrokken.
Heeft iemand nu twee paarden, een particulier en een rijks-
paard, dan wordt laatstgenoemde, Rijkswedstrijdpaard, en het
particuliere in de controle ingeschreven. Het Rijkswedstrijdpaard
blijft dus ten allen tijde een paard van den troep; wordt echter
door een officier, die daarvoor speciaal voelt, eventueel eerst zelf
afgericht, en daarna in allerlei concoursen gereden; door middel
van het gebruikelijke paardengeld, zijn voeding en training geheel
in de hand van den tijdelijken bezitter.
Bezit iemand twee particuliere paarden, zoo zij het hem ver
gund met beide paarden mede te dingen naar het Kamp. Dienstrij
paarden; hoewel de hier besproken gevallen slechts tot de uit-
185