210 Canton Regeering. Zij begon bij te draaien en Chen en O' Malley geraakten ten slotte nadat de onderhandelingen dagen lang gerekt werden op 21 Februari tot een overeenkomst, waarin bepaald werd dat de concessie te Hankou eerst zal worden teruggegeven aan de Britsche Gemeenteraad. Deze zal haar daarna overdragen aan een Chineesch-Britsche raad, naar het model van den Gemeen teraad der vroegere Duitsche concessies. De eerste troepen uit Indië zullen te Sjanghai worden ontscheept maar de overige troepen uit Europa zullen voorloopig te Honkong debarkeeren. Intusschen grepen in den loop van Februari groote veranderingen plaats in de militaire situatie. In Het Noorden was Fengs offensief naar Chen°rhow tot staan gekomen en viel hij terug op Shengchow, dat op het schetsje" in de vorige aflevering ongeveer ter hoogte van de H van de stad Honan ligt. In Noord-Shensi is het Feng-tien leger in opmarsch tegen het 2e Kuo- minchun leger onder commando van Chang. Chik Chang een van Feng's ge- neraals te Ningshia. Deze wacht echter den aanval niet af en loopt naar Chang tso lm over. Ningshia ligt aan de Chineesche muur ongeveer bij de 5 van Shensi, is een knooppunt van wegen naar Mongolië, zoodat Fengs toestand door het afsnijden der verbindingen met Rusland in Shensi zeer jrrecair is geworden Feng Yu Shang zelf bevindt zich met zijn hoofdkwaartier te Peng- hangfu (100 K. m. W. van. Chungpu) terwijl Urga in Mongolië vastgehouden wordt door een van zijn generaals. De Fengtien troepen hebben voorts Kalgan bezet, terwijl groote troepen concentraties op de grens van Honan bij Chang de Fu plaats hebben, terwijl te Kaïfeng ongeveer 50 K. m. O. van Chengchow 70.000 man Sjantoeng troe pen zijn geconcentreerd. In Honan zelf schijnt Wu Pei Fu aanvankelijk er in geslaagd te zijn om den opstandigen generaal Chin Yun Ao te ontwapenen. Aanleiding tot de rebellie van dezen generaal was een politieke kwestie. Wu schijnt zich verzet te hebben tegen de benoeming van Chin Yun Ao's broeder Chin Yun Pen^ de man van de Nishiharaleenmgen, tot premier der Pekingregeering, omdat deze laatste hem wat al te zeer pro-Fengtien naar den zin was. 15 Januari vangt Wu zijn opmarsch naar Hankou aan nadat hij er in ge slaagd was de hoofdmacht van Chin Yun Ao te ontwapenen. Wederom wordt hij door een van zijn generaals verraden, die naar Chin Yun Ao overliep en gezamenlijk met hem een van de aan Wu trouw gebleven generaals op Chu- matien, aan den spoorlijn halverwege Chengchow en Hankou gelegen terug werpen zoodat Wu's offensief vastloopt. Toch schijnt het Wu tenslotte gelukt tez'i.nde rebellen te bedwingen en 31 Januari seint hij aan Cheng Tso lin dat hij bereid is gezamenlijk met hem tegen het Zuiden op te rukken. Chang Hsueh Liang, de zoon van Chang Tso lin begeeft zich dan naar Chengchow teneinde met Wu de maatregelen voor den opmarsch te bespreken. w,D,anLk0mt een plotselinge, tot nogtoe niet geheel verklaarde ommekeer in Wus houding ten aanzien van het Feng tien leger. Het schijnt dat Chin Yun Ao indertijd reeds tegen Wu in verzet kwam, in de hoop dat diens positie daardoor zoo zeer zou worden verzwakt dat Chang de kans schoon ziende, Honan binnen zou vallen teneinde aan Wu's macht een einde te maken Wat er nu precies gebeurd is, is niet bekend. Kort na Wu's aanbod aan Chang, wordt uit Peking gemeld dat Chang tso lin kort na het Chineesch nieuwjaar tot president zal worden benoemd. Niet alleen de Chilih-partij maar ook de rechtsche Kuo Min Tang verzet zich tegen de benoeming van den ongeletterden gewezen bandiet tot president van de Chineesche Republiek. Tegen de benoeming van Chang's zoon of zijn Chef van den Staf Generaal Yang Yu Ting schijnt men niets te hebben, maar voor Wu moet de benoeming van zijn ouden vijand een onoverkomendelijke hoon zijn, niet alleen voor hem zelf maar ook voor zijn Vaderland. Zoo is de partijstrijd tusschen de Chilih partij en de Feng-tien opnieuw ontbrand. Het schijnt reeds tot gevechten te zijn gekomen en de troepen van Wu die ten N. van de Hoangho waren trok- ken naar het Zuiden en Westen terug. Een deel van Wu's troepen schijnt echter naar Chang's leger te zijn overgeloopen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 72