212 Na in een staat de technische eigenschappen van het wapen met de gevolgen daarvan te hebben opgegeven, wordt een kort overzicht van de organisatie in Frankrijk vermeld. Wij nemen hieruit over 1914. 3 Secties a 2 mitrailleurs per regiment. re^ment1914 6" begi" 1915' 1 ComPa£nie van 4 secties a 2 mitrailleurs per 1915. 2 Compagnieën (samenstelling als boven) per regiment. Bovendien 1 compagnie (later 2 compn.) per brigade. 1916. 1 Compagnie (samenstelling als boven) per bataljon. Opheffing van de brigade-compn. 1 1918. 1 Compagnie van 4 secties a 3 mitrailleurs per bataljon. Oprichting van compagnieën, later van bataljons „mitrailleuses de position". bataljon C°mpagnie van 4 secties> elk van 2 groepen a 2 mitrailleurs per 1923. Oprichting van „Bataillons de mitrailleurs". Bij het uitbreken van den oorlog was het gebruik voorgeschreven ongeveer zooa s thans bij ons. Ter karakteriseering nemen wij enkele toen geldende bepalingen over: De mitrailleurs kunnen slechts worden gebruikt in nauw verband met de ïufanterie, die zij steunen in alle omstandigheden van het gevecht van nabij. Zij vormen een beweeglijke vuurreserve. Wapen voor de middelbare en de kleine afstanden. Verrassend en enfiieerend of echarpeerend vuur. Ontijdige vuuropening en gegroepeerde opstellingen moeten worden vermeden. Directe tusschenkomst in het gevecht door versterking van het vuur der geweergroepen, vooral van de groepen, die niet vooruit kunnen. Voorwaarts gaan met sprongen, van vuursteiling tot vuurstelling, zonder er naar te streven, de in gevecht gewikkelde onderdeelen op den voet te volgen. Opstelling op die punten, van waar uit de tirailleurlinie het beste kan worden gesteundhetzij op een vleugel, hetzij achter de tusschenruimten in de linie, hetzij op beheerschende punten. Worden toegevoegd aan de bataljons en treden sectiesgewijze op. De moeilijkheid verbonden aan het goed combineeren van de twee hoofd factoren voor de Infanterie nml. „vuur" en „beweging" werd gedurende de eerste jaren van den oorlog niet overwonnen; integendeel in de „Instruction sur Ie combat offensief des petites unités" (Januari 1916) werd de machteloos heid om dit vraagstuk voor de Infanterie op te lossen erkend door te bepalen dat voortaan de artillerie het „vuur" zou leveren; de Infanterie „de beweginc". Eeist in September 1916 werd het kenmerkend verschil tusschen den lichten en den zwaren mitrailleur naar voren gebracht welke laatste daarbij definitief werd verbannen naar de reserves, voor het uitvoeren van speciale opdrachten Tevens werd voorgeschreven; dat de zware mitrailleurs der bataljons in 2e hme opdracht konden krijgen voor het brengen van vuur uit vaste opstellingen niet alleen door de tusschenruimten van de troepen in le linie of op hun vleugels, maar ook over die troepen heen op verafgelegen vijandelijke organen. Toen kwam in 1917 de toepassing van het vuur met indirecte richting. Hier over zegt schrijver: Helaas kwam er een kink in den kabel, en wel door een plotselinge bevlie- ging voor het vuur met iudirectie richting, in de mode gekomen na den zegevierenden aanval der Engelschen bij Messines (7 Juni 1917). Bij deze ope ratie was de genoemde schietwijze, die de langdurige stellingoorlog had het mogelijk gemaakt bij de Engelschen in eere was gekomen, op ruime schaal toegepast geworden en had men den aanval van het Canadeesche korps doen voorafgaan door een ware vuurwals, afgegeven door tallooze zware mitrail leurs, die millioenen projectielen over den vijand uitgoten. In Frankrijk bezweken velen voor de bekoring van deze nieuwigheid. Vorm de deze niet het zoo lang gezochte middel om de beweging der infanterie door het vuur der zware mitrailleurs te steunen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 74