en gekunstelde omdat tegenover den vijand zelfs het meest eenvoudige moeilijk is. De tegenpartij alsmede zoo noodig de eigen troepen 11/1/ moeten worden gemarkeerd eveneens 's vijands handelingen, welke van overwegende beteekenis zijn, gedemonstreerd. De hulpleiders moeten volledig worden ingelicht 17/1/ omtrent het doel van de oefening en van zoodanige bevelen en aanwijzingen voorzien dat zij, waar noodig, doeltreffend kunnen ingrijpen. Hieruit volgt dat men dergelijke oefeningen niet zoo maar uit de mouw kan schudden. Men moet ze dan ook zorgvuldig overwegen en voorbereiden, an ders wordt er niets uitgeleerd. Eene degelijke terreinverkenning dient, al lijkt het terrein volgens de kaart ook nog zoo geschikt, vooraf te gaan en intensief te geschieden: dikwijls van het paard (rijwiel) stappen, gaan liggen ter beoor deeling van dekking en schootsveld, enz. Want alleen dan wordt uit de oefening wat geleerd en wor den ongerechtigheden (ook bij de bespreking) voorko men. Hierbij dient men te bedenken dat oefeningen, waarbij eenzelfde doel wordt beoogd, niet steeds op eenzelfde terrein plaats mogen hebben. Anders komt men tot plaatselijke tot locale tactiek, waarbij het herinneringsvermogen het antecedenten niet met het verstand wordt gewerkt en dan wordt dus het aankweeken van de vaardig heid in het benutten van het terrein in elk voorko mend geval niet bevorderd en worden evenmin aanvoerders en troepen, tot geestelijke inspanning gedwongen. Nu is verandering van oefenterrein dikwijls moei lijk, vooral als men zooals in een enkel garnizoen, in sommige tijden van het jaar op e e n enkel oefen terrein is aangewezen. Maar het nadeel daarvan kan worden veronzijdigd door een verandering in het gestelde doel van de oefening, bij een gebruik maken van het zelfde terrein. Het mag niet voorkomen dat een A. V. O. oefening wordt voorafgegaan door eene kaderoefening waar bij eenzelfde tactisch onderwerp in het zelfde terrein wordt behandeld, daar anders het doel van de A. V. O. oefeningen nml. het aankweeken van de vaardig heid in het benutten van het terrein in elk voor komend geval, niet wordt bereikt. Bij een vooraf gaande kaderoefening, waarvan immers het doel is het 147

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 9