waarvan het doel is het tactisch begrijpen van den
toestand, wat reeds voor den enkelen man noodig is,
te bevorderen en tegelijker tijd een juiste opvatting
van de opdracht en een juist zelfstandig handelen.
Op deze manier wordt het mogelijk eenzelfde
terrein te gebruiken voor verschillende oefeningen
b. v. bij het aanvallend gevecht voor
het voorwaarts gaan van af de ontwikkeling
1400 M., waarbij het gevecht tegen een vooruit
geschoven mitrailleur,
op een anderen dag het voorwaarts gaan van
1400 M. 600 M.
op een volgenden dag het voorwaarts gaan van
pl. m. 600 M, voor de stelling van den vijand tot
pl. m. 500 M. daarachter zonder daarbij tot verwar
rende opvattingen aanleiding te geven en zonder
dat er een locale tactiek het gevolg van is, zulks
te meer wanneer we ons houden aan het beginsel
dat de onderstellingen zoo tijdig behooren te worden
bekend gemaakt, dat op het uur en de plaats waar
de oefening aanvangt, alle deelnemers v. z. n. op de
hoogte kunnen zijn gesteld van den stand van zaken.
b. v. voor de 2e oefeningde sectie is gekomen
op den afstand van 1400 M., nadat van 4000 M.
(zoo en zoo) werd opgerukt. De opstelling van de
sectie isDe vijand staatwaarbij
ook 's vijands opstelling dikwijls anders zal moeten
worden genomen om het terrein te kunnen gebruiken.
De genoemde getallen bieden geen enkel houvast
in het terrein blijkt telkens de veranderlijkheid van
den afstand waarop zoo ongeveer het mitrailleur-
vuur en het geweermitrailleurvuur kan worden
geopend en hoe groot de diepteopstelling kan zijn.
Door een juiste voorstelling van zaken bij den
aanvang, een verder doelmatige ensceneering en een
juist bevel kan dan de oefening goed slagen, maar
anders ook niet.
Betreffende de ensceneering zij nog het volgende
vermeld
Vijandelijke artillerie, zelfs de eigen artillerie,
ziet de infanterie in het gevecht zelden. Men behoeft
artillerie dus slechts voor te stellen, wanneer heter
om gaat het optreden van de infanterie bij den
aanval op korten afstand van vijandelijke of eigen
artillerie te beoefenen.
Vliegtuigen kan men nog niet ensceneeren. Men
moet zich met mondelinge aanduidingen c. q.acous-
tische of optische teekens weten te behelpen. De