hulpleiders vullen die teekens, enz. met c. q. de soort, het optreden en den landaard der vliegtuigen aan. Ook verdient het aanbeveling eens b. v. bij de marsch- en rustbeveiliging pantserauto's te laten optreden. Het markeeren van troepen. Het markeeren van troepen geschiedt met vlaggen van 3/4 M. in het vierkant. Veiligheidstroepen worden A. V. O. 86. bij voorkeur niet gemarkeerd De vlaggen en mar- keerschijven worden gebezigd in de partijkleur en geven het midden of het hoofd der gemarkeerde afdeeling aan. Elke gemarkeerde afdeeling staat onder bevel van een officier of onderofficier en bestaat behalve uit de vlag (schijf) uit eenige schutters (de leider bepaalt het aantal schutters en de beteekenis der markeervlaggen (schijven) of uit minstens één stuk. Zij moet ruim van munitie zijn voorzien. Gemarkeerde afdeelingen gedragen zich zooveel mogelijk zooals de afdeelingen, die zij voorstellen, in werkelijkheid zouden doen. Wanneer bij de oefeningen van de compagnie, het bataljon en het regiment in de tweede periode met V.O.l.V. 3/3/. mitrailleurs wordt geoefend, kunnen v. z. n. de secties worden voorgesteld door een stuk en een markeervlag. Het aangeven van het vuur. Het eerste vuur van elke afdeeling geweer (kara bijn) dragenden wordt aangegeven door per man hoogstens 2 patronen te doen verschieten daarna wordt het geweer (karabijn) vuur aangegeven door A. V. O. 84. in de brigade (groep) op aanwijzingen van de commandanten bij opvolging telkens een schot af te geven de opening van het vuur van geweermitrailleurs wordt aangegeven door een vuurstoot per geweer mitrailleur van 10 patronen; daarna van tijd tot tijd vuurstooten van 2 a 5 patronen de opening van het vuur van zware mitrailleurs wordt aangegeven door een serie van hoogstens 50 schoten per mitrailleurdaarna van tijd tot tijd tel kens met één wapen serie's van hoogstens 50 scho ten de opening van het artillerievuur voor éénmaal per batterijwordt aangegeven door drie snel op elkaar volgende schoten en het voortgezet artille- 229

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 11