juiste te onderscheiden van het onjuiste. De ervaring leert dat men gaarne overboord gooit wat niet in eigen kraam past en toch van be slissend belang is. 3e. dat deze voortdurend het terrein in oogenschouw neemt en zijn juiste plaats inneemt. 4e. dat deze bij al zijn bevelen, welke, hoe ook (in den regel mondeling) worden overgebracht, met het oog controleert of de betrokken af- deeling al dan niet overeenkomstig het gegeven bevel handelt. Het overbrengen van bevelen moet snel en veilig geschieden en goed wor den geregeld. Vooral letten op de veiligheid van het overbrengen. Van mondeling gegeven bevelen moet door den bevelgever aanteekening worden gehouden, dan heeft men voor later een basis hoe het bevel inderdaad is geweest. 5e dat deze aan hoogerhand berichten zendt. Hierbij kan nog het volgende worden opgemerkt: In den wereldoorlog bleek de zucht om den hoogeren commandant den toestand of zoo gunstig mogelijk of zoo ongunstig mogelijk te schilderen en daardoor ontstonden bij die commandanten valsche voorstellingen, welke tot verkeerde besluiten en ver keerde maatregelen aanleiding gaven. Van het eerste oogenblik af moet den lageren aanvoerders worden geleerd dat zij aan hunne meldingen niets toevoegen op daarvan niets weglaten, maar dat zij duidelijk en helder de waarheid zeggen De ervaring leert dat men in deze richting niet vroeg genoeg kan beginnen en dat uitwassen in de een of andere richting niet scherp genoeg kunnen worden afgesneden. Verder wordt aangeteekend dat meestal veel te veel en te sterke patrouilles worden uitgezonden. Bij infanterie patrouilles doet men de ervaring op dat te veel met de beenen, te weinig met het oog wordt verkend. Van terreinpunten met goed over zicht kan men met kijker en oog zeer veel sneller en beter verkennen dan door den vijand te naderen, waarbij dan de berichten te laat met verliezen of in 't geheel niet worden teruggezonden. De leider dient in de nabijheid van den geoefend wordenden troep en den aanvoerder daarvan te blij ven (dan ziet hij wat daar gebeurt) en zich daar van niet verwijderen, eventueele berichten en bevelen aan de tegenpartij, de ter beschikking gehouden troepen en de ensceneering moet hij doen over- 235

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 17