tactische maatregelen en beschouwingen niet altijd
de meest practische zijn, zij moeten daarover leeren
nadenken. Ook moet de bespreking zonder kwet
sende scherpte worden gehouden.
18/3/ Ernstige bemerkingen worden den betrokkenen
zoo noodig persoonlijk medegedeeld en nimmer in
bijzijn van jongeren.
Dat neemt niet weg dat wat bepaald fout is niet
als zoodanig zou mogen worden aangegeven, soms
is dat noodig om geen verkeerde voorstellingen
post te doen vatten, b.v. als een brigade mitrailleur-
vuur in front krijgt op 200 M. en de brigadecom
mandant commandeert attaqueeren, dan mag gerust
de geheele brigade hooren dat zulks fout is. Niet
noodig is zulks b.v. als een res. sectie in plaats van
rechts, links wordt ingezet, al is het nog zoo fout, dan
kan worden volstaan met alleen den sectiecomman
dant het noodige mede te deelen. Ook b.v. wanneer
deze, op een niet aangeleunde flank opgesteld,
vergeet een brigade aan te wijzen welke patrouilles
G. V. 1.94/3/ op de flank uitzendt en waarvan de k.m. groep bij
elke halte zoodanig wordt opgesteld, dat zij een
aanval op de eigen flank onder vuur kan nemen.
Ziet men bij een oefening volgens het A. V. O.
dat het verloop wel juist is geweest of kan worden
geacht maar hier en daar de uitvoering van 't een
en ander minder goed of onjuist, dan late men dat
later bij wijze van onderwijsoefening herhalen.
Ten slotte wordt er de aandacht op gevestigd dat
men niet alle gevallen welke zich kunnen voordoen
kan beoefenen volgens het A. V. O.
Men moet er zich mede tevreden stellen, door de
enkele oefeningen, welke op zoodanige wijze worden
gehouden, het tactisch begrijpen en tactisch oordeel
te scherpen alsmede de verantwoordelijkheidsdurf,
de besluitvaardigheid, het zelfvertrouwen aan te
kweeken.
Dan zijn de aanvoerders en troep ook gereed
voor de gevallen welke men niet heeft beoefend.
Een degel ij k voorbereide, overeen
komstig de werkelijkheid gehouden
en zakelijk tevens zaakkundig be
sproken oefening heeft meer wa arde
dan tal van oefeningen waarbij aan
een dezer voorwaarden niet is voldaan.
238