leger gingen stemmen op, die deze manier van oorlogvoeren on- menschelijk vonden. Algemeen werd de gasoorlog aanvankelijk veroordeeld als een grove inbreuk op de verbodsbepalingen, ge noemd onder a. en b. Thans is ieder die eenigszins op de hoogte is van het gebruik van dat wapen ervan overtuigd, dat dit in geen geval juist is voor wat betreft de verbodsbepaling, genoemd onder b; het tegendeel is waar, zooals later aangetoond zal worden (hoofdstuk IV). Eenigszins anders staat het met het verbod onder a. genoemd. Meerderen, o. a. Dr. Julius Meijer, Dr. Hanslian en Ber- gendorff en Prof. Pillet in zijn werk: „La convention de la Haye", beweren, dat deze bepaling alleen sloeg op het vergiftigen van levensmiddelen en drinkwater en het gebruik van giftige wapenen, zooals die thans nog door onbeschaafde volkeren gebruikt worden, omdat het gebruik van giftige gassen in den vorm als hier bedoeld niet onder de oogen zou zijn gezien en een afdoende bescherming tegen deze wijze van gebruik altijd mogelijk is, terwijl dat niet gezegd kan worden van eerstgenoemde methode i). Inderdaad is voor deze opvatting veel te zeggen, hoewel ze eenigszins sophis- tisch aandoet. ïn strijd met den letter van het verbod was het af blazen van gaswolken in ieder geval, hoewel thans gerust mag worden aangenomen, dat deskundigen, waartoe de verzamelde po litici bij de Washingtonconferentie van 1922 niet gerekend kunnen worden, eerder het gebruik van gas zouden willen aanbevelen dan verbieden. Toen we hiervoren schreven, dat de eerste daadwerkelijke over treding van het Tractaat van Den Haag, door Frankrijk plaats had in Februari 1916 en door Duitschland in Mei 1916, was dat niet met de bedoeling om in den algemeenen pennestrijd betref fende de vraag, wie het eerst tot het gebruik van strijdgassen overging, partij te kiezen. Na het vorenstaande zal het duidelijk zijn, dat het ons onver schillig laat wie der oorlogvoerenden het eerst gezondigd heeft tegen een verbodsbepaling, die zooals naderhand is gebleken, nooit had mogen worden vastgesteld. Het doel van het verbod was den oorlog niet wreeder te maken dan hij al was, terwijl thans is gebleken, dat door het gebruik van projectielen, uitsluitend bestemd tot verspreiding van giftige of verstikkende gassen, de oorlog minder wreed is geworden. Als begindatum van den modernen gasoorlog wordt algemeen aangenomen 22 April 1915, toen door de Duitschers bij Yperen, tusschen Bixschoten en Langemarck over een front van 6 K. M. 248 De bekende scheikundige Frits Haber velde het volgende oordeel over de betrekkelijke verbodsbepalingen van genoemd artikel 23. „Die einzige bei der internationalen Konfirenz im Hag 1907 fiir den Oaskrieg „getroffene Bestimmung war so eng und schief in ihrer Fassung, dasz es wahr- „lich bei ruhiger Uberlegung nicht der Vertiefung in ihre Rechtsbedeutung und „Beachtung im Kriege verlohnt". (Frits Haber in Fünf Vortrage).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 30