versperringen te leggen, clan wel terreinen ontoegankelijk te maken (mosterdgas). Werden aanvankelijk bij het gasschieten algemeen granaten gebruikt, die alleen voldoende springlading hadden om de gasvulling (vloeistof of vaste stof) over voldoende oppervlakte te verspreiden, welke projectielen altijd te herkennen waren aan hun lichteren knal, later werd zeer veel gebruik gemaakt van gas- brisantgranaten, die, voor 3/4 gevuld met springstoffen en voor 1/4 met gas, in hunne brisante werking zoo goed als niet bij de normale brisantgranaat achterstonden en door het gehoor daarvan niet of zeer moeilijk te onderscheiden waren. Het behoeft geen betoog, dat aanvankelijk technici en ballistici voor moeilijk op te lossen vraagstukken stonden betreffende de vulling en constructie van het gasprojectiel, terwijl geheel nieuwe schootstafels moesten worden vastgesteld. Elke schietopdracht met gasmunitie vereischte in verband met de oppervlakte van het doel, weer en wind, soort van het gas, verhouding tusschen hoeveelheid springstof en gas enz., tevoren ingewikkelde berekeningen 0111 het aantal stukken, de vuursnelheid en de hoeveelheid munitie te bepa len, waarmede de vereischte concentratie bij het doel kon worden bereikt. Noodig bleek om gedurende den oorlog de artillerieoffi cieren bij toerbeurt cursussen te doen volgen om deze berekeningen met eenige vaardigheid te kunnen uitvoeren. Het spreekt vanzelf, dat bij een dergelijke omvangrijke doelstel ling het gebruik van gasgranaten groote afmetingen aannam. Reeds den 19den Mei 1916, dus 3 maanden later, volgden de Duitschers het voorbeeld van de Franschen; zij vulden evenwel hunne granaten instede van met phosgeen met het bekende groenkruisgas Perstoff (Fr. Surpalite; Amerik. superpalit; Eng. Diphosgen een verbin ding, die een bijna even grooten giftigheidsgraad bezit als phos geen (verh.: 47 50), doch in het gebruik groote voordeelen ten opzichte van het laatstgenoemde gas bezat door zijn veel hooger kookpunt n. 1. 125°. Daardoor was het dus persistenter, bleef langer op het terrein hangen, was meer economisch en voorts ge makkelijker en met minder gevaar te hanteeren dan phosgeen, dat door zijn hooge dampspanning, allerlei voorzorgen bij de af vulling van granaten enz. noodzakelijk maakte. Een maand later werden door de Duitschers bij Fleury voor Verdun door 56 batterijen in 6 uur 100000 gasgranaten verschoten. Hieruit moge blijken, dat de techniek van het gasschieten in een zeer korten tijd met reuzenschreden was vooruit gegaan. Een der gelijk enorm gebruik zou anders doelloos zijn geweest. Als vast staand moet dan ook worden aangenomen dat men bij een dergelijk gebruik van gasmunitie de zekerheid bezat er meer uitwerking mede te zullen verkrijgen dan met brisante munitie. noot.: chemische formule Cl COOCCl3 of (COCl2)2; 2 mol phosgeen. 252

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 34