de in die periode plaats gehad hebbende vredesconferenties e. d. aan dit wapen der toekomst werd gewijd. De overgang van den bewegingsoorlog van 1914, na het vast- loopen der fronten, in den z. g. stellingoorlog der volgende jaren, schiep de hierboven bedoelde omstandigheid, die de onmiddellijke aanleiding werd tot de invoering van het gaswapen. Hierop bleek evenwel geen der oorlogvoerende staten te zijn voorbereid, om de eenvoudige reden, dat de overgang tot den stellingoorlog door niemand was voorzien. Door enkele deelnemers met een minder krachtig ontwikkelde chemische industrie is wel ten onrechte het tegendeel beweerd. In den bewegingsoorlog streden aanvaller en verdediger onder nagenoeg dezelfde omstandigheden, zoodat aan Beide zijden van de wapenwerking dezelfde uitkomsten mochten worden verwacht. Hierbij kwam het in de eerste plaats aan op de kunst der troepen aanvoering, ten doel hebbende de strijdkrachten op het juiste mo ment en op de juiste plaats in te zetten. De technische hulpmid delen, aan beide zijden ongeveer van gelijke waarde, speelden daar bij geen doorslaggevende rol. Geheel anders staan de partijen tegenover elkaar in den stelling oorlog, waarbij de verdediger den aanvaller in sterke en langen tijd van te voren voorbereide stellingen opwacht. Van manoeuvreeren met troepen als in den bewegingsoorlog kon thans geen sprake meer zijn, op den voorgrond trad de uit rusting en het juiste technisch en tactisch gebruik daarvan. Duidelijk bleek, dat de verdedigingskracht van den in de aarde verzonken tegenstander met de bestaande middelen niet was te breken. Het mitrailleurvuur en het trommelvuur en de vuurwals van de artillerie faalden, terwijl ook de moreele uitwerking, hoewel aanvankelijk groot, steeds minder en minder werd, al naarmate de troepen aan het oorverdoovend lawaai ervan gewend raakten en ervoeren, dat de materieele uitwerking gering bleef. Zelfs de oude mijnoorlog herleefde, thans door technische verbeteringen gemoderniseerd, doch ook zonder noemenswaardige uitwerking te hebben op het verloop van den oorlog. Het bombardeeren der vijandelijke loopgraven uit vliegtuigen had alleen moreel effect. Allerwegen werd de overtuiging verkregen, dat de verdediger den aanvaller te sterk was, zoolang gebruik moest worden gemaakt van de bestaande aanvalsmiddelen. Het lag dan voor de hand dat met groote energie gezocht werd naar andere middelen, die beter resultaat beloofden, middelen, die het mogelijk zouden maken om oen tot nog toe onbereikbaren verdediger buiten gevecht te stellen, al was hij ook nog zoo goed door aardversterkingen gedekt. Onafwendbaar moest dus de partij, die in den landoorlog de be slissing zocht, zijn toevlucht nemen tot giftige of verstikkende gas sen, die zwaarder dan de lucht, op de een of andere manier in de vijandelijke stellingen gebracht, de loopgraven en schuilplaatsen 258

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 40