8. OVER EN UIT DEN WERKKRING VAN DEN CIVIEL EN MILITAIR BESTUURDER. door P.W.F. KANIESS. Oud-Kapitein der Maréchaussée. XI. Naast de in de vorige artikelen geschetste werkzaamheden is in bovenvermelden werkkring het organiseeren en beheeren van eene goed functioneerende zelfbestuurshuishouding een niet te verwaarloozen factor. Dit wordt soms wel uit het oog verloren door menig officier bestuurder, die anders geheel in zijne taak opgaat, maar deze bijna uitsluitend ziet in het zoogenaamde buitenwerk, n. 1. het scheppen en handhaven van orde en rust, het aanleggen van we gen, het bevorderen van onderwijs, enz. in het aan zijne zorg toe vertrouwde ressort. Het laatstgenoemde werk weegt weliswaar het zwaarst, maar daarom mag het financieele beheer niet over het hoofd worden gezien, anders zou het kunnen gebeuren, zooals de ervaring heeft geleerd, dat aan met groote toewijding gepresteerd en verdien stelijk bestuurswerk daardoor afbreuk wordt gedaan en dit niet tot zijn recht komt. Het financieele beheer is, vooral in primitieve arme landschappen, geen bepaald opwekkend werk, maar het is noodzakelijk. Wat de maag is voor het menschelijk organisme, is voor een zelfbestuur-landschapshuishouding de landschapkas, waarin, zoo als reeds in de slotalinea van de vorige aflevering is gezegd, alle landschapsinkomsten worden vereenigd, en waaruit alle landschaps uitgaven worden gedaan. Ook de zelfbestuurder, het hoofd van het landschap, ontvangt hieruit zijne bezoldiging, waarmede uitdrukking is gegeven aan het staatkundige beginsel, dat het landschap met zijne midde len niet ter wille van den zelfbestuurder bestaat, zooals vóór de vestiging van ons bestuur de verhouding werd opgevat, maar deze er is om het landschap te dienen en voor zijne diensten van de landschapsoverheid betaling geniet. Het valt in het begin aan de zelfbestuurders in de primitieve streken wel eenigszins moeilijk dit beginsel te beamen en daar- 269

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 51