278
oorlogssterkte volledig geëncadreerd met het vast daarbij behoorend en voor
zijn taak berekend verlofskader.
De eerste oefening der lichtingen worde daartoe geconcentreerd in com
pagnieën, e. d. op oorlogssterkte (met surplus voor het verloop), waarin het
verlofskader zijn eigen manschappen opleidt en ook overigens de functies
verricht, waarvoor het in oorlogstijd bestemd is een en ander onder leiding
en bijstand van het strikt nood/ge beroepskader.
Voor de vóóropleiding vai het verlofskader moet voldoende tijd beschik
baar zijn.
5. In de oorlogsencadreering moet voorzien worden met verlofskader en
het voor den vredesdienst noodige beroepskader.
De rangindeeling, opleiding en bevordering van beroeps- en verlofs
kader moeten er op gericht zijn om een ieder bijtijds zijn plaats in
de oorlogsencadreering te doen bereiken.
6. Toepassing van de 4e en 5e stelling leidt tot inkrimping van het beroeps
kader.
De uitvoering zal slechts geleidelijk en met in achtneming van de t. a. van
het verlofskader verkregen resultaten tot stand kunnen worden gebracht.
7. De door inkrimping van het beroepskader te bereiken bezuiniging kan
den weg vrijmaken voor het verkrijgen van noodzakelijke verbeteringen, en
het leger buiten de sfeer der jaarlijksche beknibbelingen brengen."
De voordracht ademt een gezonden vlotten geest, een geest, die zoo noodig
is in den tegenwoordigen tijd, waarin helaas afbraak van het Leger een veel-
gevoerde leuze is. Weldadig doet aan de waarschuwing om niet bij de pakken
te gaan neerzitten. Stilstand is achteruitgang.
De inleider wijst er op, dat er nog veel, heel veel is te bereiken, zonder
dat de legeruitgaven behoeven te worden opgevoerd.
Men begrijpe wel, dat de voordracht in Nederland werd gehouden, waar
uitsluitend een militieleger bestaat en waar het leger slechts één taak kent,
de oorlogstaak.
Het betoog van den spreker komt in het kort hierop neer, dat hij de op
leiding van de militie in handen wil leggen van verlofsofficieren en verlofs
onderofficieren en daartoe de militie wil samenbrengen in compagnieën ter
oorlogssterkte. Hierdoor wordt de zoo noodzakelijke band gelegd tusschen
het verlofskader en den troep, waarover zij in oorlogstijd het bevel moeten
voeren.
Wat moet er in oorlogstijd onder zoo moeilijke omstandigheden van op
leiding en instructie terecht komen, als dit voorname werk in normale tijden
niet wordt aangeleerd
Het beroepspersoneel, dat dan op den duur zal kunnen worden ingekrompen,
krijgt een leidende taak en blijft uiteraard bovendien geplaatst in betrekkingen,
die door verlofspersoneel niet kunnen worden vervuld Door deze werkwijze
moet echter de eerste oefeningstijd van de verlofsofficieren en -onderofficieren
worden verlengd, hetgeen inleider niet ondoenlijk acht en eenige oplossingen
geeft om de daaraan verbonden bezwaren zooveel mogelijk te ontgaan. Er
wordt op gewezen hoeveel aantrekkelijker het werk van dit verlofskader wordt,
als het een werkzaam en zelfstandig aandeel krijgt in de opleiding en de
oefening.
Door voorts het verlofskader bij betrekkingen onder het militaire
departement te doen voorgaan boven anderen, wordt mede de ambitie
aangewakkerd. Spreker zou het logisch vinden dit stelsel uit te breiden
tot alle openbare betrekkingen, niet als begunstiging van het militaire depar
tement, maar als onmisbare compensatie tegenover den op de dienstplichtigen
gelegden dwang en wijst in dit verband op den af te keuren toesland, dat
bij groote particuliere ondernemingen als aanbeveling geldt „vrij van mili
tairen dienst". Voor de openbare lichamen mag heusch wel het tegenovergestelde
worden verlangd
Door de bij zijn stelsel te verkrijgen bezuiniging wil spreker den weg
vrijmaken voor het bereiken van noodzakelijke verbeteringen en het Leger
buiten de jaarlijksche beknibbelingen brengen.