279 Dat op de voordracht veel debat zou volgen was te verwachten. In deze aflevering is slechts het door den kapitein van den Qeneralen Staf Prey besprokene, opgenomen, die met nadruk wijst op de groote bezwaren, verbonden aan verdere beperking van het beroepskader. Aan het verdere debat zal een afzonderlijke aflevering worden gewijd. Een vergelijking te treffen met ons Indisch Leger heeft betrekkelijk weinig zin, omdat de toestanden hier te lande zoo zeer afwijken van die in het Moederland. Niettemin kwam het van belang voor op de belangwekkende voordracht van Iuit.-kol. Donk de aandacht te vestigen, al was het alleen maar daarom, omdat ten duidelijkste blijkt, dat zelfs in een land als Nederland, waar helaas de militaire paragraaf steeds veel bestrijders vindt, ten volle wordt ingezien, dat het niet aangaat om maar steeds op de militaire uitgaven te beknibbelen, zonder dat daar tegenover voor het Leger ook maar eenige winst staat. Het door overste Donk aan den dag gelegd optimisme, zelfs in deze moei lijke tijden dwingt groote bewondering af 13. OVERZICHT BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. The Field Artillery Journal. November-December 1927. Lezenswaar dige beschouwingen met betrekking tot motortractie voor artillerie en moeilijk terrein geeft de bijdrage: „155 m.m. Houwitzers towed by F.D.W. trucks" waarin de schrijver vergelijkingen treft tusschen het gebruik van tractors en trucks en daartoe eene beschrijving geeft van op het eiland Hawaii gehouden proeven. In het vervolgartikel„Six months with a Japanese artillery regiment" wordt de militaire vooropleiding op de scholen en de verdere militaire vor ming besproken. Het belang van een opstel„The 1926 Eastern endurance ride" moge blijken uit het volgende citaat„As one of the objects of endurance rides is „to as certain and demonstrate the proper method of training and conditioning horses for long and severe work under the saddle," a description of one method that has been fairly succesful may be of interest." waarop een uitvoerig trainingsprogramma volgt. Artilleristische Rundschau. December 1926. Oberstleutnant Marx geeft een korte beschouwing over„die Artillerie-Berechnung beim grossangriff aus dem Stellungskriege." Lezenswaardig is het zeer eenvoudig gestelde opstel: Ueber daszusammen- wirken zwischen Infanterie und Artillerie. Nieuwe gezichtspunten worden niet geopend, doch het artikel geeft verschil lende punten waaraan bij de oefeningen der Infanterie, door sectie- en com pagniescommandanten-leiders van oefeningen aandacht gewijd moet worden. De strekking van het artikel moge blijken uit de volgende aanhaling „Warum kampft die eigene Artillerie nicht endlich jene feindliche Batterie nieder, die uns dauernd so schwer schadet?" „Warum schosz eine eigene Batterie in unsere vordere Linie „Warum dauerte es solange, bis unsere Artillerie das Feuer eröffnete?" „Warum vernichtet die Artillerie nicht endlich einmal jenes feindliche Ma- schinengewehr, das wir, die Infanterie, seit langem dort driiben erkannt haben Ferner müssen besonders auch umgekehrt von der Infanterie Fragen der Ar tillerie beantwortet werden, wie die „Warum erfuhr die Artillerie nichts iiber den Verlauf der vorderen Linie?" „Warum erfuhr die Artillerie nichts von den Erkundungsergebnissen der In fanterie „Warum waren die Meldungen und Zielbezeichnungen der Infanterie so unverstandlich, dasz sie der Artillerie nichts nützen konnten?" Auf einige solcher Fragen sei als Beispiel für die Art ihrer Beantwortung eine Ant.wort gegeben!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 61