280 Major Kaiser neemt onder den titel t „Artilleriemesztrupps in Tanks" de be- teekenis van de plaatsbepalingen door middel van het geluid in beschouwing en ontvouwt zijne denkbeelden ten aanzien van het vraagstuk hoe de methodes, zooals deze zich in den stelling-oorlog ontwikkelden, bruikbaar zouden zijn te maken voor den bewegingsoorlog. De titel geeft aan in welke richting schrijver zich de oplossing denkt. Het artikel„Ueber Beobachtung bei betrachtlichem Stellungsunterschied schied" behandelt de waarneming voor Artillerie vanuit ver verwijderde waarnemingspunten en wei de wijze waarop de schoten in de waarnemings- lijn moeten worden gebracht. Het artikel zal voor onze artilleristen geen nieuws brengen. Major L. Drees geeft beschouwingen over: „Die Entwicklung der Artillerie seit Begin des Weltkrieges." Het artikel is een vervolg op een opstel van denzelfden schrijver voorkomende in het Aprilnummer van 1926. Behandeld worden de „Leichteste und leichte Sondergeschütze en Flakge- schütze" (Flugzeugabwehrgeschütze). Achtereenvolgens worden voor wat be treft de eerste geschutsoorten beknopte beschouwingen gewijd aan Flugzeug- kanone (Becker), een automatische vuurmond met een kaliber van 2 c.M., das Infanterie begleit geschütz en die Gebirgsartillerie. Voor wat het Infanteriegeschut aanbelangt, blijkt uit het opstel, dat men in Duitschland juist bij het einde van den oorlog goede verwachtingen koesterde van het Infanteriegeschut 18, een kanon van 7.7 c.M. kaliber. Uit hoofdstuk „Flakgeschiitze" wordt beëindigd als volgt: „Beim Abschlusz des Krieges hatten sich für die fernere Entwicklung der Flak etwa nachstehende Anschauungen bei uns Bahn gebrochen 1. 1. Flak: kleinkalibriges Geschütz oder groszkalibriges Maschinengewebr. 2. m. Flak Geschütz von 7,62 cm Rohrweite. 3. s. Flak: Geschütze von 8,8 und 10,5 cm. Kaliber." Onder het opschrift„Englische und französische Augenblickszünder" wordt de werking van de „Augenblikszünder" in het algemeen alsmede de Engelsche en Fransche snelwerkende buis besproken, terwijl ten slotte eenige beschouwingen worden gewijd aan„Neue Probleme der Nagelzünder" aan het slot waarvan wordt gezegd: Wir sehen also, dasz es kein Auswegware, Augenblickszünder mit ein- und ausschaltbarer Verzögerung zu bauen: weder ware in einer solchen taktischen Lage die geniigende Zeit zum stellen vorhanden, noch, vor allem, überhaupt eine Wirkung zu erzielen. Wir müssen daher unbedingt einen solchen Zünder fordern, der bei Treffern auf Panzer met Verzögerung, bei Treffern am Boden aber augenbiicklich anspricht und dann erst können wir mit Ruhe Schnellfeuer von vernichtender Wirkung abgeben. Alle Fehler an den Tanks würden dann vernichtende Truppenwirkung haben." Militar Woclienblatt 1926. No. 23. Generalmajor von Ohnesorge geeft onder het hoofd „Kraftantrieb und leichte Artillerie der Zukunft" een kort overzicht van den stand van dit vraagstuk in verschillende legers. Een volgend artikel„Die neuen englischen Einmans-tanks" geeft voorloopige gegevens van dit middel tot mechaniseering van strijdkrachten". Militar Wochenblatt 1927 No. 27. Een artkel„La grande misère de l'armée" geschreven door den General v. Taysen, trekt de aandacht. Het is een bespreking van een bijdrage uit de „France militaire," waarin beschouwingen zijn gewijd aan I. Das schlechte Schieszen in der Armee (Infanterie). „So seien denn auch die Schieszergebnisse viel schlechter als früher. Da nun gerade das Schulschieszen den einwandfreiesten Maszstab für den Wert einer Truppe ergabe, müsse man zu dem Urteil kommen, dasz die Inf. in ihrem Werte erheblich gesunken sei," welke ongunstige toestand wordt toegeschreven aan de oefeningsomstandigheden. II. Mangelhafter Ausbildungszustand im allgemeinen, waaronder o. m. wordt opgemerkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 62