282 vielen verneint worden ist. Ich vertrete die Anschauung dasz man den Infanterie- divisionen kriegsgliederungsgemasz zwei leichte Artillerieregimenter zuteilen soil. Davon ware eines zu 3 Abteilungen 7,5 mm. Kanonen auf Tragtieren das andere zu 2 Abteilungen 10 cm. Gebirgshaubitzen mit Pferdezug und eine Abteilung 10.5 cM-Kanonen mit mechanischem Zug. De verleiding is groot een volgend artikel„Nochmals Infanterie begleit- geschutze" geheel over te nemen, waar het in weinig woorden de vraag beantwoordt: „Was soil das Infanterie-begleitgeschützOns nog scherper stellende op het standpunt, dat een infanteripkanon niet aan alle denkbare eischen kan voldoen en wij in de eerste plaats behoeften hebben aan een vuurmond, welke de Infanterie nagenoeg overal rechtstreeks moet kunnen volgen, moge schrijvers conclusie als volgt bekort en gewijzigd worden weer gegeven Het infanterie-geschut moet in zeer eng verband met de Infanterie kunnen optreden tegen de doelen, die met de andere infanterie-vuurwapens (geweer, geweermitrailleur of mitrailleur) niet bestreden kunnen worden. Dat zijn vóór alles voor ons de vijandelijke mitrailleurs en misschien ook lichte strijdwagens en dan nog slechts in de periode, waarin de eigen Artillerie met (bedekte terreinen) of niet meer (te lange verbindingen, of als de afstand tot den vijand te gering is) kan steunen. Hieruit volgt De te bestrijden doelen zullen zich op afstanden beneden 1000 M. bevinden. Voorts behoeven wij niet te rekenen op het doorslaan van sterke horizontale dekkingen, die slechts in lang voorbereide stellingen voorkomen en behoeft dus niet beslist de eisch„Krombaanvuur" te worden gesteld. Ons Infanterie-geschut moet derhalve voldoen aan de volgende eischen: a. Zoo groot mogelijke uitwerking van het enkele schot. b. Dracht minstens 1000 M. maximum 2000 M. c. Een zoodanig gering gewicht, dat het zonder bezwaar door menschen- kracht voortbewogen kan worden in de terreinen, waarin de infanterie optreedt. d. Geringe vuurhoogte, opdat het gemakkelijk dekking vindt in het terrein. Onze geweren en mitrailleurs zijn machteloos tegenover schilden en een voudige dekkingen. Onze Infanterie moet dus in de eerste plaats uitgerust worden met middelen waarmede de gewenschte uitwerking wel verkregen kan worden. Aan alle mogelijke eischen (zie bv. de Nederlandsche Gevechtshandleiding punt 22) is, zeker voor onze omstandigheden, niet te voldoen. Geef ons daarom een vuurmondje dat aan bovenomschreven voorwaarden beantwoordt en onze Infanterie zal niet bekocht uitkomen. Militar Wochenblatt. 1927 No. 28. Onder het hoofdstuk Militarische und Politisches aus der Tschechoslowakei trof ons de volgende zin„Als 1. m. g. scheint allgemein das 1. m.g. „Praga" eingeführt zu werden. Es hat auch kaliber 7.9 m.M. wie das Mauser-Gewehr, wiegt nur 8 3/4 bis 9 K.G enz. Die Waffe ist ein Gasdruckleder das Magazin faszt 20 Patronen in zwei Reiken neben einander. Een van de zwakke zijden van onzen K. M. is nog altijd de onhandige houder met een rij patronen. Zoude het niet mogelijk zijn ook onze K. M. een anderen houder te geven van geringe afmeting en die gemakkelijk vulbaar is op het gevechtsveld. Het is bijna een onmisbare eisch voor ons wapen. Revue des troupes coloniales. Het artikel „La bataille des frontières et la bataille de la Marne vues par un chef de section" wordt voortgezet. Het geheel geeft een beeld van het gevecht zooals dit gevecht gezien wordt door een lager commandant en is onderhoudend en eenvoudig ge schreven; het heeft betrekking op den bewegingsoorlog. Het vervolgartikel: „Historique des unites du Ier régiment de tirailleurs senegalais" wordt vervolgd. Beschreven wordt de verdediging van blokhuizen, die bezet waren door een sterkte ongeveer overeenkomende met onze brigade.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 64