292
in Oost-Siberië ontstaan, die groot gevaar opleverde voor de revolutioneering
van China en Korea. Ook in Mongolië drong Sovjet-Rusland krachtig op en
in Juli 1921 werd de Mongoolsche Nationale Volksrepubliek uitgeroepen. Met
China wilden de onderhandelingen over een Russisch-Chineesch verdrag niet
al te best vlotten. Pas in het voorjaar 1924 kwam dit verdrag tot stand, nadat
in December 1921 een Russisch-Chineesch handelsverdrag was gesloten. Toen
pas kreeg de Sovjetpropaganda vrij spel in China. Want bij dit verdrag
stemde Rusland toe in de opheffing der concessies en alle bepalingen der
ongelijke verdragen, die vervangen zouden worden door nieuwe op basis van
gelijkheid, wederkeerigheid en gerechtigheid, terwijl een handelsverdrag zou
worden gesloten waarin door beiden de meestbegunstigingsclausule zou
worden opgenomen. Buiten-Mongolië zou worden ontruimd en inzake de
Chineesche Oosterspoorweg werd een regeling getroffen, waarbij zorgvuldig
werd vermeden dat China zijn „Face" zou verliezen.
Zoo vormde het verdrag een goed uitgangspunt voor de Sovjet propaganda
en een goede basis voor het aanwakkeren van de vreemdelingenhaat en het
Chineesche nationalisme. Engeland heeft gepoogd om aan Rusland de basis
van zijn politiek in China te ontnemen, door zich bereid te verklaren de oude
verdragen door nieuwe te vervangen. In zijn tweede memorandum, dat zoowel
aan de Peking- als aan de Cantonregeering is gericht is Chamberlain zeer ver
gegaan, zoowel wat de exterritorialiteitsrechten als de concessies en de bijzondere
rechten der zendelingen aangaat. Op deze punten is het genegen aan het
Chineesche nationalisme vrijwel ten volle satisfactie te verleenen. Zal het
daarmee zijn doel bereiken en de Sovjetpropaganda weten te neutraliseeren?
Logisch schijnt dit de eenig juiste politiek te zijn, die duidelijk het kenteeken
draagt niet anti-nationalistisch te zijn. Engeland is in zijn China-politiek van
het beginsel uitgegaan dat er een wezenlijk onderscheid bestaat tusschen het
communisme en het nationalisme. En hoe Engeland zich tegen communistische
uitspattingen wenscht te gedragen, blijkt afdoende uit de concentratie van
troepen en oorlosschepen te Shanghai.
Men krijgt bij de bestudeering van het China-probleem den indruk dat
het Chineesche nationalisme en het communisme begrippen zijn, die elkan
der niet dekken. Maar de Sovjet propagandisten zijn meesters in het creëeren
van onverwoestbare leugens en Sophismen. En daarnaast beschikken zij in
China over goede organisators, die meer tot stand hebben gebracht dan in
het Buitenland wel wordt vermoed. Een geestverwant van de Kuo Min Tang,
de Duitsche journalist Dr. Ammann, hangt een heel ander beeld over den
toestand in China op, dan de Engelsche pers en het is goed ook van die
zienswijze kennis te nemen. Volgens dezen schrijver zijn de leidende figuren
in Zuid China, de generalissimus Chiang Kai Shek en de financieele specialist
T. V. Soong, beiden mannen van groote beteekenis. Chiang wist den generaal
Chen Chiu Min, den tegenstander van Canton in Kiangsu vernietigend te slaan
en door middel van de Cadettenschool van Whampoa een krachtigen offen
sieven geest in het leger te brengen, waaraan het succes der Zuidelijken
grootendeels te danken is. Van minstens even groote beteekenis is ook het
werk van T. V. Soong, die uit den financieelen chaos steeds geld te voorschijn
wist te tooveren. Hij stichte een Regeeringsbank, bracht bankpapier in omloop,
doorstond talrijke „runs" op de bank, griste van vriend en vijand de belasting
gelden af waarop zij onwettig beslag hadden gelegd, beteugelde de smokke
larij en onder zijn beheer groeiden de inkomsten van de provincie Kwantung
tot het vijfvoudige van de baten die ten tijde van Sun Yat Sen werden geïnd.
Veel van Dr. Ammann's lezing van het geval moet juist zijn. Wel is de steun
der Russen voor de Zuidelijken zeer groot geweest, vooral omdat Rusland
dat geweigerd had aan de overeenkomst der Westersche mogendheden om
geen oorlogstuig aan China te leveren mede te werken, groote hoeveelheden
wapens en munitie aan Canton heeft geleverd. Maar dat neemt niet weg, dat
het blijvend succes der Zuidelijken alleen te verklaren is als men aanneemt
dat Dr. Ammann's voorstelling van zaken de waarheid nadert.
Intusschen schijnt ook in de Kuo Min Tang een scheuring plaats te hebben
gehad, die voor de toekomst van groote beteekenis kan zijn. Begin Februari