men op eenigen afstand recht voor het prisma een luchtfoto dan
ziet men door het ooggat van het prisma naar beneden kijkende,
op het onder het prisma geplaatste teekenpapier een beeld van
die foto, dat men slechts behoeft over te trekken om een nauwkeurige
copie er van te verkrijgen. Om nu een scheeve luchtfoto te rec-
tificeeren legt men het teekenpapier, na daarop eerst door middel
van hunne coördinaten 4 bekende punten, die ook op de foto's
voorkomen, op de gewenschte schaal te hebben uitgezet, op een
om een kogelscharnier draaibaar planchet en laat door draaien
en verschuiven van foto, prisma en planchet de 4 punten van
de foto samenvallen met hunne op het papier uitgezette
projecties. Het beeld, dat men dan op het teekenpapier tusschen
de 4 bekende punten ziet is het gerectificeerde beeld, dat men
verder kan overteekenen.
Het is een methode, die om afzonderlijke terreinvoorwerpen
of kleine terreingedeelten nauwkeurig van foto's op kaarten over
te brengen zeer goed voldoet doch overigens ver achterstaat bij
de tegenwoordig algemeen toegepaste foto mechanische wijze van
entzerren.
Bij het ontwerpen van deze methode is men van de stelling
uitgegaan, dat het mogelijk is het projectiecentrum van elke
scheeve luchtfoto zoodanig te verplaatsen dat op een op een
willekeurigen afstand doch in een bepaalden stand daarvoor
geplaatst vlak een andere projectie dus een andere foto ontstaat,
die dezelfde perspectivische verhoudingen vertoont als een zuivere
vertikale luchtfoto. Ze bestaat dus uit het omfotografeeren van
de scheeve foto's tot vertikale op de gewenschte schaal, na het
cliché van de scheeve foto, het objectief dat als projectiescherm
dienst doet en het vlak waarop de gerectificeerde foto moet
ontstaan in bepaalde standen te hebben gebracht.
De sedert overleden Oostenrijksche kapitein Scheimpflug
was een der eersten, die deze theorie ontwikkelde en aan de hand
daarvan een transformator voor luchtfoto's bouwde. Het zou te
ver voeren omtrent deze theorie in beschouwingen te treden,
daarom zij slechts vermeld, dat naar het grondprincipe van
Scheimpflug vele rectificatie-apparaten geconstrueerd werden. Al
deze toestellen (fig. 2) bestaan uit een projectielantaarn L met een
verzamellens A waarvoor een clichéhouder B, een objectief C en
een scherm D zoodanig verplaats- en draaibaar zijn opgesteld,
dat zij in de standen gezet kunnen worden, welke noodig zijn
om op het scherm een beeld te verkrijgen, dat de gewenschte
verhoudingen bezit.
De uitvoering van een rectificatie komt neer op het verplaatsen
en verdraaien van clichéhouder, objectief en scherm totdat 4 be
kende punten van het cliché samenvallen met hunne tevoren op
het scherm op de gewenschte schaal uitgezette projecties, waarna
de gerectificeerde foto verkregen wordt door lichtgevoelig papier
306