hun ideeën te winnen. In zooverre heeft het dus aan het, door
de samenstellers eraan toegekend, doel beantwoord.
De na-oorlogsche ontwapeningscampagne of beter verschrik
kingscampagne is wel de belangrijkste oorzaak geweest van den
afschuw tegen den gasoorlog. Alle weerloosheidprofeten bleken
met voorliefde de verschrikkingen van den gasoorlog als propa-
gandamaterieel te gebruiken. Zij ontzagen zich niet met de
grootste vrijmoedigheid op dit gebeid voorspellingen te doen en
enormiteiten te decreteeren als: „Dat een toekomstige oorlog
uitsluitend een lucht- en chemicaliën-oorlog zal zijn", „dat de
verdediging tegen den chemischen oorlog zou worden een zin
neloos uitmoorden van combattanten en burgerbevolking beide"
of „dat de giftgastechniek sedert den oorlog zulk een enorme
ontwikkeling heeft gekregen, dat de nieuwe gassen een honderd
maal zoo sterke, doodelijke werking hebben dan gedurende den
oorlog het geval was." Het spreekt vanzelf, dat deze en derge
lijke onwezenlijke voorstellingen en de opgeroepen schrikbeelden
niet nalieten een grooten indruk te maken op het volk.
Het zijn de hierboven genoemde redenen, die oorzaak zijn, dat
de menschheid over de geheele wereld thans in meerdere of
mindere mate met afschuw denkt over den gasoorlog. Daarte
genover is in geen enkel land, behalve Rusland, het volk door
officieele propaganda een juist begrip van het gaswapen bij
gebracht.
Het gevolg hiervan is, dat in landen, (en dit geldt speciaal
voor Nederland), waar de militaire leiding de aanvallende en
verdedigende kracht van het leger en de vloot wil versterken
door middel van het gaswapen, zich zich niet alleen groote
moeilijkheden voordoen bij het aanvragen van de benoodigde
gelden, doch bovendien vele verkeerd voorgelichten als het ware
worden gedreven naar het kamp der anti-militairisten. Want van
wien mag worden verwacht, dat hij zijn stem en zijn geld zou
leenen tot doeleinden, die in zijn oogen barbaarsch zijn Het is
den ontwapenirigspropagandisten wel heel gemakkelijk gemaakt.
Hoog tijd is het, het publiek hier te lande een juist beeld van
het gaswapen te geven, opdat voorkomen worde, dat de op on
ware voorstellingen berustende ontwapeningspropaganda hier veld
wint.
IV. De humaniteit van het gaswapen, vergeleken met die der
andere wapens.
Bij de Haagsche Vredesconferentie in 1907 werd o.a. verboden:
het bezigen van wapens, projectielen of stoffen, die noodelooze
smarten veroorzaken. Hiermede kwam dus tot uiting een streven
om de wreedheid van den oorlog te verzachten, zonder evenwel
de doelmatigheid van de wapens aan grenzen te willen binden. De
bepaling bestreek een te klein onderdeel der oorzaken, die den
oorlog wreed maken, om doeltreffend te kunnen zijn. Zoo werd
331