merkelijk zal verlichten, terwijl van den zwaar gewonde het te
genovergestelde moet worden aangenomen. Verder spreekt nog
ten voordeele van het mosterdgas, dat het slachtoffer in den
regel zelf nog in staat is zich onder geneeskundige behandeling
te stellen en zich in het veldhospitaal te doen opnemen, vóórdat
er sprake heeft kunnen zijn van ernstig lichamelijk lijden.
Anders is het gesteld met de zware en levensgevaarlijk gewon
den, die soms uren lang geneeskundige verzorging moeten ontbe
ren. Het hevige lijden der gewonden op het slachtveld is te
algemeen bekend om nader beschreven te worden.
Op grond van het vorenstaande zijn wij van meening dat
le. het mosterdgas op één lijn gesteld moet worden met voor
1915 gebruikelijke wapens.
2e. de vorige gassen veel humaner in hunne uitwerking zijn dan
de overige wapens.
B. Het percentage dooden op het totaal aantal buiten gevecht-
gestelden, voor verschillende wapens.
le. vuur en blanke wapens of z. g. oudere wapens
2e. het gaswapen.
ad le. Was de aan het eind van de vorige afdeeling gestelde
conclusie min of meer gebaseerd op subjectieve gevoelens, bij
een vergelijking van de verhoudingsgetallen van de aantallen
dooden en getroffenen, voelt men zich meer op vasten bodem. Toch
bleek bij het samenstellen van het cijfermateriaal, dat in de ver
schillende landen, voornamelijk in Frankrijk, de getallen niet met
evenveel zorg zijn verzameld, zoodat men dikwijls is aangewezen
op min of meer onnauwkeurige schattingen, wat aan de waarde
der cijfers eenige afbreuk moet doen. Ook de voor andere staten
opgegeven aantallen zijn niet geheel onaanvechtbaar, omdat men
ten opzichte van de rubriek „vermisten" altijd in het duister tast,
hoeveel daarvan als dooden, zieken, deserteurs of gevangenen
moeten worden aangemerkt. Voorts zullen wel altijd onder het aantal
dooden, dat wordt opgegeven als aan de bekomen wonden op
het slachtveld overleden, een deel, zij het gering, aan ziekten
overledenen zijn. Volledigheidshalve zijn in de hieronder volgende
gegevens') ook opgenomen enkele betreffende vroegere oorlogen,
hoewel die zooals reeds eerder werd opgemerkt, voor de te
maken vergelijking niet zonder meer als bewijsmateriaal mogen
worden gebruikt.
In den Fransch-Duitschen Oorlog van 1870-'71 heeft het Duitsche
leger in totaal een verlies geleden van 127.897 man, waarvan
24031 dooden, 89728 gewonden en 14138 vermisten. Het aantal
dooden bedroeg dus op het totaal der verliezen 18 8 °/0. Daar
evenwel onder het aantal vermisten zich minstens 50 °/0 dooden
bevinden, bedraagt het werkelijk aantal dooden ruim 31000 man
341
Grootendeels overgenomen uit „Gaskampfstoffe und frühere Kriegsmit-
tel. Vergleich der Wirkungen von Hptm. K. Schleich Zie schw. Vierteljahrs-
schrift für Kriegswissenschaft 1925 Heft 3 und 4".