Ik wensch alleen met nadruk erop te wijzen, dat zelfs een
artillerie van 32 vuurmonden bij de Divisie, die bovendien niet
over infanteriegeschut beschikt, onvoldoende is en dat, wanneer
men dit maximum stelt omdat anders de artillerie een blok aan
het been zou worden, in de reeds meer gemaakte vredesfout
wordt vervallen n. 1. de mobiliteit hooger te stellen dan het
vuuroverwicht.
Ik waarschuw dan ook ten zeerste tegen het optimisme, dat
uit het artikel spreekt, waar blijkens het gestelde in punt 19
wordt verwacht, dat de mobiele artillerie, nadat de strijd aan de
kust zal zijn gestreden, haar taak nog geheel naar eisch in het
bergachtige binnenland zal kunnen vervullen.
Het teruggaan naar het binnenland wordt ons door den vijand
opgedrongen, hetgeen eerst mogelijk zal zijn, nadat ons offensief
aan de kust échec heeft geleden, en dan nog te kunnen gelooven,
dat de vuurmonden, welke van de 32 per divisie ingedeelde na
dit échec intact zullen zijn, nog een artilleriemacht vormen, die
haar taak geheel naar eisch zal kunnen vervullen, getuigt wel
van vertrouwen in eigen kunnen, doch wijst tevens op een onder
schatting van de kracht van een zegevierenden tegenstander.
In verband met den slotzin van het artikel wordt nog aange-
teekend, dat het vrij zeker is, dat over de mobiel gemaakte
stellingartillerie niet zal kunnen worden beschikt voor versterking
van de divisie artillerie.
Deze artillerie voor de groote gevechten als versterking te halen,,
zooals schrijver aanprijst, zal niet mogelijk zijn.
Doch ook dit leert de krijgsgeschiedenis, dat meermalen groote
gevechten ontstonden, waar die te voren niet werden verwacht.
300